Engels

Uitgebreide vertaling voor shrink back (Engels) in het Nederlands

shrink back:

to shrink back werkwoord (shrinks back, shrank back, shrinking back)

  1. to shrink back (recoil; recoil from; withdraw; shrink)
    terugdeinzen; achteruitgaan; terugschrikken; terugwijken; achteruitdeinzen
    • terugdeinzen werkwoord (deins terug, deinst terug, deinste terug, deinsten terug, teruggedeinst)
    • achteruitgaan werkwoord (ga achteruit, gaat achteruit, ging achteruit, gingen achteruit, achteruitgegaan)
    • terugschrikken werkwoord (schrik terug, schrikt terug, schrok terug, schrokken terug, teruggeschrokken)
    • terugwijken werkwoord (wijk terug, wijkt terug, week terug, weken terug, teruggeweken)
    • achteruitdeinzen werkwoord (deins achteruit, deinst achteruit, deinsde achteruit, deinsden achteruit, achteruitgedeinsd)
  2. to shrink back (shrink; diminish; decrease; )
    slinken; inkrimpen; krimpen
    • slinken werkwoord (slink, slinkt, slonk, slonken, geslonken)
    • inkrimpen werkwoord (krimp in, krimpt in, kromp in, krompen in, ingekrompen)
    • krimpen werkwoord (krimp, krimpt, kromp, krompen, gekrompen)
  3. to shrink back (shrink; diminish; shrivel; )
    ineenkrimpen; ineenschrompelen; schrompelen
    • ineenkrimpen werkwoord (krimp ineen, krimpt ineen, kromp ineen, krompen ineen, ineengekrompen)
    • ineenschrompelen werkwoord (schrompel ineen, schrompelt ineen, schrompelde ineen, schrompelden ineen, ineengeschrompeld)
    • schrompelen werkwoord (schrompel, schrompelt, schrompelde, schrompelden, geschrompeld)

Conjugations for shrink back:

present
  1. shrink back
  2. shrink back
  3. shrinks back
  4. shrink back
  5. shrink back
  6. shrink back
simple past
  1. shrank back
  2. shrank back
  3. shrank back
  4. shrank back
  5. shrank back
  6. shrank back
present perfect
  1. have shrunk back
  2. have shrunk back
  3. has shrunk back
  4. have shrunk back
  5. have shrunk back
  6. have shrunk back
past continuous
  1. was shrinking back
  2. were shrinking back
  3. was shrinking back
  4. were shrinking back
  5. were shrinking back
  6. were shrinking back
future
  1. shall shrink back
  2. will shrink back
  3. will shrink back
  4. shall shrink back
  5. will shrink back
  6. will shrink back
continuous present
  1. am shrinking back
  2. are shrinking back
  3. is shrinking back
  4. are shrinking back
  5. are shrinking back
  6. are shrinking back
subjunctive
  1. be shrunk back
  2. be shrunk back
  3. be shrunk back
  4. be shrunk back
  5. be shrunk back
  6. be shrunk back
diverse
  1. shrink back!
  2. let's shrink back!
  3. shrunk back
  4. shrinking back
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor shrink back:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achteruitgaan declining in force; decrease in power; decrease in strength; weakening
krimpen decrease; shrinking; shrinking back
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achteruitdeinzen recoil; recoil from; shrink; shrink back; withdraw
achteruitgaan recoil; recoil from; shrink; shrink back; withdraw backslide; corrupt; decline; degenerate; deprave; go to seed; regress; run wild; waining
ineenkrimpen diminish; dwindle; shrink; shrink back; shrivel; shrivel up; subside; wizen
ineenschrompelen diminish; dwindle; shrink; shrink back; shrivel; shrivel up; subside; wizen
inkrimpen decrease; diminish; drop; dwindle; go down; lessen; reduce; shrink; shrink away; shrink back; shrivel; shrivel up curtail; decrease; diminish; dwindle; go down; lessen; mark down; reduce; scale down; shrink; shrink away; sink
krimpen decrease; diminish; drop; dwindle; go down; lessen; reduce; shrink; shrink away; shrink back; shrivel; shrivel up curtail; decrease; diminish; dwindle; go down; lessen; mark down; reduce; scale down; shrink; shrink away; sink
schrompelen diminish; dwindle; shrink; shrink back; shrivel; shrivel up; subside; wizen shrivel up; wither
slinken decrease; diminish; drop; dwindle; go down; lessen; reduce; shrink; shrink away; shrink back; shrivel; shrivel up curtail; decrease; diminish; dwindle; go down; lessen; mark down; reduce; scale down; shrink; shrink away; shrivel up; sink; wither
terugdeinzen recoil; recoil from; shrink; shrink back; withdraw
terugschrikken recoil; recoil from; shrink; shrink back; withdraw
terugwijken recoil; recoil from; shrink; shrink back; withdraw
- retract

Synoniemen voor "shrink back":


Verwante definities voor "shrink back":

  1. pull away from a source of disgust or fear1

Verwante vertalingen van shrink back