Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. sitting:


Engels

Uitgebreide vertaling voor sitting (Engels) in het Nederlands

sitting:

sitting werkwoord

  1. sitting
    zitten
    • zitten werkwoord (zit, zat, zaten, gezeten)

sitting [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the sitting (seance)
    de seance; de sessie
    • seance [de ~] zelfstandig naamwoord
    • sessie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. the sitting (brooding; brood)
    broeden; het gebroed
    • broeden [znw.] zelfstandig naamwoord
    • gebroed [het ~] zelfstandig naamwoord

sitting bijvoeglijk naamwoord

  1. sitting (seated)
    zittend; gezeten
  2. sitting
    verblijvend

Vertaal Matrix voor sitting:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
broeden brood; brooding; sitting
gebroed brood; brooding; sitting brood; children; descendants; offspring; progeny; rabble; ragtag; riff-raff; scum; successors; vermin; young animals
seance seance; sitting
sessie seance; sitting session; sharing session
- posing; seance; session
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
broeden hatch out
zitten sitting sit; sit down
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gezeten seated; sitting established; situated
zittend seated; sitting
- seated
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verblijvend sitting

Verwante woorden van "sitting":

  • sittings

Synoniemen voor "sitting":


Antoniemen van "sitting":


Verwante definities voor "sitting":

  1. (of persons) having the torso erect and legs bent with the body supported on the buttocks1
  2. not moving and therefore easy to attack1
    • a sitting target1
  3. the act of assuming or maintaining a seated position1
    • he read the mystery at one sitting1
  4. (photography) the act of assuming a certain position (as for a photograph or portrait)1
    • he wanted his portrait painted but couldn't spare time for the sitting1
  5. a session as of a legislature or court1
  6. a meeting of spiritualists1

Verwante vertalingen van sitting