Engels

Uitgebreide vertaling voor tearing (Engels) in het Nederlands

tearing:

tearing [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the tearing
    inscheuren
  2. the tearing (rending)
    de verscheuring

Vertaal Matrix voor tearing:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inscheuren tearing
verscheuring rending; tearing
- lachrymation; lacrimation; watering
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inscheuren tear; tear out
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- fierce; trigger-happy; vehement; violent

Verwante woorden van "tearing":


Synoniemen voor "tearing":


Verwante definities voor "tearing":

  1. marked by extreme intensity of emotions or convictions; inclined to react violently; fervid1
    • in a tearing rage1
  2. shedding tears1

tear:

to tear werkwoord (tears, tore, tearing)

  1. to tear (tear out)
    scheuren; inscheuren
    • scheuren werkwoord (scheur, scheurt, scheurde, scheurden, gescheurd)
    • inscheuren werkwoord (scheur in, scheurt in, scheurde in, scheurden in, ingescheurd)
  2. to tear (weep; water)
    tranen; huilen; tranen afscheiden
    • tranen werkwoord (traan, traant, traande, traanden, getraand)
    • huilen werkwoord (huil, huilt, huilde, huilden, gehuild)
    • tranen afscheiden werkwoord
  3. to tear (emphasise; underline; urge on; emphasize)
    benadrukken; accentueren
    • benadrukken werkwoord (benadruk, benadrukt, benadrukte, benadrukten, benadrukt)
    • accentueren werkwoord (accentueer, accentueert, accentueerde, accentueerden, geaccentueerd)
  4. to tear (rend; rip)
    verscheuren; kapot scheuren
  5. to tear (tear open; rip open)
    losscheuren; openscheuren; openrijten; rijten
    • losscheuren werkwoord (scheur los, scheurt los, scheurde los, scheurden los, losgescheurd)
    • openscheuren werkwoord (scheur open, scheurt open, scheurde open, scheurden open, opengescheurd)
    • openrijten werkwoord (rijt open, reet open, reten open, opengereten)
    • rijten werkwoord (rijt, reet, reten, gereten)

Conjugations for tear:

present
  1. tear
  2. tear
  3. tears
  4. tear
  5. tear
  6. tear
simple past
  1. tore
  2. tore
  3. tore
  4. tore
  5. tore
  6. tore
present perfect
  1. have torn
  2. have torn
  3. has torn
  4. have torn
  5. have torn
  6. have torn
past continuous
  1. was tearing
  2. were tearing
  3. was tearing
  4. were tearing
  5. were tearing
  6. were tearing
future
  1. shall tear
  2. will tear
  3. will tear
  4. shall tear
  5. will tear
  6. will tear
continuous present
  1. am tearing
  2. are tearing
  3. is tearing
  4. are tearing
  5. are tearing
  6. are tearing
subjunctive
  1. be torn
  2. be torn
  3. be torn
  4. be torn
  5. be torn
  6. be torn
diverse
  1. tear!
  2. let's tear!
  3. torn
  4. tearing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

tear [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the tear (rip; split; rent)
    de torn; de scheur
    • torn [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • scheur [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. the tear (triangular tear)
    winkelhaak in kleding
  3. the tear (teardrop)
    – a drop of the clear salty saline solution secreted by the lacrimal glands 1
    de traan
    – vocht uit het oog als je huilt 2
    • traan [de ~] zelfstandig naamwoord
      • zij had tranen in haar ogen2

Vertaal Matrix voor tear:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inscheuren tearing
scheur rent; rip; split; tear cavity; cleft; crack; cracking; cranny; crash; crevice; cut-away; fissure; flaw; gap; gash; hole; interstice; opening; saving
scheuren clefts; cracks; fissures; splits; tears
torn rent; rip; split; tear
traan tear; teardrop train-oil; whale-oil
tranen tears
winkelhaak in kleding tear; triangular tear
- binge; bout; bust; rent; rip; snag; split
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accentueren emphasise; emphasize; tear; underline; urge on clarify; elucidate; exemplify; explain; expound; illustrate; throw light on
benadrukken emphasise; emphasize; tear; underline; urge on accentuate; emphasise; emphasize; stress
huilen tear; water; weep blubber; cry; groan; let on; moan; shout; shriek; sniff; sniffle; snivel; sob; squeal; tell tales; wail; weep; whimper; whine
inscheuren tear; tear out
kapot scheuren rend; rip; tear
losscheuren rip open; tear; tear open break up; tear loose
openrijten rip open; tear; tear open
openscheuren rip open; tear; tear open
rijten rip open; tear; tear open
scheuren tear; tear out
tranen tear; water; weep
tranen afscheiden tear; water; weep
verscheuren rend; rip; tear tear to pieces; tear up
- buck; bust; charge; deplumate; deplume; displume; pluck; pull; rupture; shoot; shoot down; snap

Verwante woorden van "tear":


Synoniemen voor "tear":


Verwante definities voor "tear":

  1. the act of tearing1
    • he took the manuscript in both hands and gave it a mighty tear1
  2. an occasion for excessive eating or drinking1
  3. a drop of the clear salty saline solution secreted by the lacrimal glands1
    • his story brought tears to her eyes1
  4. an opening made forcibly as by pulling apart1
  5. fill with tears or shed tears1
    • Her eyes were tearing1
  6. strip of feathers1
  7. to separate or be separated by force1
    • planks were in danger of being torn from the crossbars1
  8. separate or cause to separate abruptly1
    • tear the paper1
  9. move quickly and violently1
    • The car tore down the street1

Wiktionary: tear

tear
verb
  1. rend
  2. move at excessive speed
noun
  1. hole or break caused by tearing
  2. drop of clear salty liquid from the eyes
tear
verb
  1. door een scheurbeweging van een groter geheel losraken
  2. met een scheurende beweging uit elkaar trekken
  3. in twee of meer delen trekken

Cross Translation:
FromToVia
tear rijten; scheuren déchirer — Traductions à trier suivant le sens
tear traangas lacrymogène — Qui provoque la sécrétion de larmes.
tear traan larmegoutte du liquide sécréter par les glandes lacrymales situées à coté de chaque œil.
tear geween; traan pleurécoulement de larmes, larme, action de pleurer.

Verwante vertalingen van tearing