Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. teller:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor teller (Engels) in het Nederlands

teller:

teller [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the teller (cashier; cash girl)
    de caissière; kassajuffrouw

Vertaal Matrix voor teller:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
caissière cash girl; cashier; teller
kassajuffrouw cash girl; cashier; teller
- bank clerk; cashier; narrator; storyteller; vote counter

Verwante woorden van "teller":

  • tellers

Synoniemen voor "teller":


Verwante definities voor "teller":

  1. someone who tells a story1
  2. an employee of a bank who receives and pays out money1
  3. an official appointed to count the votes (especially in legislative assembly)1

Wiktionary: teller

teller
noun
  1. bank clerk who receives and pays out money

Verwante vertalingen van teller