Thread in het Nederlands vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

thread:
- garen; draad; hechtdraad; rijgsnoer; schroefdraad; draadje; thread
Wiktionary:
- thread → draad, garen, onderwerp, rode draad, thread, topic
- thread → bedraden, aanrijgen, vessemen
- thread → schroefdraad, draad

Engels

Uitgebreide vertaling voor thread (Engels) in het Nederlands

the thread (yarn; cotton)
het garen; de draad; de hechtdraad
- garen [het ~] zelfstandig naamwoord
- draad [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- hechtdraad [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the thread (yarn; string; cotton)
het garen; het rijgsnoer; de draad
- garen [het ~] zelfstandig naamwoord
- rijgsnoer [het ~] zelfstandig naamwoord
- draad [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the thread (screw thread)
de schroefdraad
- schroefdraad [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the thread
het garen
- garen [het ~] zelfstandig naamwoord
the thread
het draadje
- draadje [het ~] zelfstandig naamwoord
the thread

– A type of object within a process that runs program instructions. Using multiple threads allows concurrent operations within a process and enables one process to run different parts of its program on different processors simultaneously. A thread has its own set of registers, its own kernel stack, a thread environment block, and a user stack in the address space of its process. ¹
thread
- thread

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
draad	cotton; string; thread; yarn	wire
draadje	thread
garen	cotton; string; thread; yarn
hechtdraad	cotton; thread; yarn
rijgsnoer	cotton; string; thread; yarn
schroefdraad	screw thread; thread
-	ribbon; screw thread; train of thought; yarn
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	draw; meander; string; wander; weave; wind
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
thread	thread

the raised helical rib going around a screw²
a fine cord of twisted fibers (of cotton or silk or wool or nylon etc.) used in sewing and weaving²
the connections that link the various parts of an event or argument together²
- he lost the thread of his argument²
any long object resembling a thin line²
- from the air the road was a grey thread²
- a thread of smoke climbed upward²
thread on or as if on a string²
- thread dried cranberries²
pass through or into²
- thread tape²
- thread film²
remove facial hair by tying a fine string around it and pulling at the string²
- She had her eyebrows threaded²
pass a thread through²
- thread a needle²
to move or cause to move in a sinuous, spiral, or circular course²
A type of object within a process that runs program instructions. Using multiple threads allows concurrent operations within a process and enables one process to run different parts of its program on different processors simultaneously. A thread has its own set of registers, its own kernel stack, a thread environment block, and a user stack in the address space of its process.¹

thread

noun

verb

thread

verb

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• thread	→ schroefdraad	↔ Gewinde — Technik: profilierte Einkerbung, die fortlaufend wendelartig um eine zylinderförmige Wandung – innen oder außen – in einer gewundenen Schraubenlinie verläuft.Wikipedia\|Gewinde
• thread	→ draad	↔ fil — Petite partie longue et déliée