Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tons:
  2. ton:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor tons (Engels) in het Nederlands

tons:

tons [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the tons (a whole lot; lots; quite a lot)
    heleboel; de hoop; de boel
    • heleboel [znw.] zelfstandig naamwoord
    • hoop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • boel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tons:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boel a whole lot; lots; quite a lot; tons
heleboel a whole lot; lots; quite a lot; tons
hoop a whole lot; lots; quite a lot; tons a whole lot; accumulation; anticipation; assembling; bunch; clutter; collection; congestion; crowd; expectation; gang; gathering; heap; herd; hope; load; lot; mass; mess; mountain; muddle; multitude; outlook; pack; party; pile; piling up; prospect; quite a lot; set; shit; troop; troupe; turd; wattle

Verwante woorden van "tons":


Synoniemen voor "tons":


ton:

ton [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the ton
    de scheepston

Vertaal Matrix voor ton:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
scheepston ton
- gross ton; long ton; net ton; short ton

Verwante woorden van "ton":


Synoniemen voor "ton":

  • short ton; net ton; avoirdupois unit
  • long ton; gross ton

Verwante definities voor "ton":

  1. a British unit of weight equivalent to 2240 pounds1
  2. a United States unit of weight equivalent to 2000 pounds1

Wiktionary: ton

ton
noun
  1. unit of weight

Cross Translation:
FromToVia
ton short ton tonne courte — unité de masse équivalent à 2000 livres ou 907,18474 kg.