Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. trench:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor trench (Engels) in het Nederlands

trench:

trench [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the trench (ditch)
    de greppel
    • greppel [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. the trench (slot; gap; groove; )
    de opening; de gleuf; de sleuf; de kier
    • opening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gleuf [de ~] zelfstandig naamwoord
    • sleuf [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kier [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. the trench
    de loopgraaf
  4. the trench (ditch; groove; slit)
    langwerpige uitholling; de gleuf; de opening; de sleuf
  5. the trench (hacked path; firebreak)
    gekapt pad

Vertaal Matrix voor trench:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gekapt pad firebreak; hacked path; trench
gleuf cleft; ditch; fissure; gap; groove; notch; slit; slot; split; trench
greppel ditch; trench
kier cleft; fissure; gap; groove; notch; slot; split; trench
langwerpige uitholling ditch; groove; slit; trench furrow; groove
loopgraaf trench
opening cleft; ditch; fissure; gap; groove; notch; slit; slot; split; trench beginning; breach; cavity; cleft; commencement; cranny; crevice; cut-away; doorway; fissure; gap; gash; hole; interstice; opening; outset; recess; saving; space; start
sleuf cleft; ditch; fissure; gap; groove; notch; slit; slot; split; trench slot; socket
- deep; oceanic abyss
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- ditch; encroach; entrench; impinge
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- ditch; drain; trench dike

Verwante woorden van "trench":


Synoniemen voor "trench":


Verwante definities voor "trench":

  1. a ditch dug as a fortification having a parapet of the excavated earth1
  2. any long ditch cut in the ground1
  3. a long steep-sided depression in the ocean floor1
  4. dig a trench or trenches1
    • The National Guardsmen were sent out to trench1
  5. cut a trench in, as for drainage1
    • trench the fields1
  6. set, plant, or bury in a trench1
    • trench the fallen soldiers1
    • trench the vegetables1
  7. cut or carve deeply into1
    • letters trenched into the stone1
  8. fortify by surrounding with trenches1
    • He trenched his military camp1
  9. impinge or infringe upon1

Wiktionary: trench

trench
noun
  1. een uitgegraven geul, diep en breed genoeg dat men er in kan lopen zonder bloot te staan aan vijandelijk vuur
  2. een langgerekte, nauwe en diepe kloof in de zeebodem veroorzaakt door subductie van een tektonische plaat.
verb
  1. (overgankelijk) huishouden|nld kookkunst|nld in plakken of stukken snijden

Verwante vertalingen van trench