Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. truism:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor truism (Engels) in het Nederlands

truism:

truism [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the truism (cliche; platitude; commonplace)
    het cliché; de gemeenplaats
  2. the truism (platitude; commonplace)
    de dooddoener
  3. the truism
    waarheid als een koe

Vertaal Matrix voor truism:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cliché cliche; commonplace; platitude; truism
dooddoener commonplace; platitude; truism
gemeenplaats cliche; commonplace; platitude; truism
waarheid als een koe truism
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cliché stereotyped

Verwante woorden van "truism":

  • truisms

Synoniemen voor "truism":


Verwante definities voor "truism":

  1. an obvious truth1

Wiktionary: truism


Cross Translation:
FromToVia
truism waarheid als een koe Binsenwahrheit — allgemein bekannte Tatsache