Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tumour:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor tumour (Engels) in het Nederlands

tumour:

tumour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits

  1. the tumour (growth; tumor)
    – an abnormal new mass of tissue that serves no purpose 1
    de tumor; de knobbel; het gezwel
    • tumor [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • knobbel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gezwel [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tumour:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gezwel growth; tumor; tumour
knobbel growth; tumor; tumour ability; aptitude; capacity; gift; hump; ingenuity; knob; lump; natural ability; swelling; talent
tumor growth; tumor; tumour
- neoplasm; tumor
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- tumefaction; tumor

Synoniemen voor "tumour":


Verwante definities voor "tumour":

  1. an abnormal new mass of tissue that serves no purpose1

Wiktionary: tumour

tumour
noun
  1. een gezwel

Verwante vertalingen van tumour