Engels

Uitgebreide vertaling voor wailing (Engels) in het Nederlands

wailing:

wailing bijvoeglijk naamwoord

  1. wailing (bad tempered; moody; grumpy; )
    chagrijnig; humeurig; gemelijk; slecht gehumeurd; nurks; knorrig; sikkeneurig
  2. wailing (lamenting; complaining; woeful; plaintive; wretched)
    jeremiërend; klagerig; klaaglijk; jammerend

wailing [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the wailing (lamentations)
    het geweeklaag; het gehuil; het gejammer
  2. the wailing (sobbing; crying; moaning; )
    het gehuil; het gejank; het geween
    • gehuil [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gejank [het ~] zelfstandig naamwoord
    • geween [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor wailing:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gehuil crying; howling; lamentations; lamenting; moaning; sobbing; wailing; whimpering; whining; yelping howling
gejammer lamentations; wailing lamentation
gejank crying; howling; lamentations; lamenting; moaning; sobbing; wailing; whimpering; whining; yelping
geweeklaag lamentations; wailing
geween crying; howling; lamentations; lamenting; moaning; sobbing; wailing; whimpering; whining; yelping
- bawling
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chagrijnig bad tempered; cantankerous; complaining; crabbed; crusty; grumpy; lamenting; moody; wailing cantankerous; capricious; crabbed; crusty; gruff; grumbling; grumpy; nagging; peevish; rigid; sullen; surly
gemelijk bad tempered; cantankerous; complaining; crabbed; crusty; grumpy; lamenting; moody; wailing bad-tempered; capricious; gruff; grumbling; grumpy; moody; peevish; stiff; sulky; sullen; surly
humeurig bad tempered; cantankerous; complaining; crabbed; crusty; grumpy; lamenting; moody; wailing capricious; cross-grained; grim; gruff; grumbling; grumpy; huffy; peevish; stern; sullen; surly; thin-skinned; touchy
klaaglijk complaining; lamenting; plaintive; wailing; woeful; wretched complaining; lamenting; moaning; whining; woeful; wretched
klagerig complaining; lamenting; plaintive; wailing; woeful; wretched
knorrig bad tempered; cantankerous; complaining; crabbed; crusty; grumpy; lamenting; moody; wailing bad-tempered; cantankerous; capricious; crabbed; crusty; gruff; grumbling; grumpy; moody; nagging; peevish; rigid; stiff; sulky; sullen; surly
nurks bad tempered; cantankerous; complaining; crabbed; crusty; grumpy; lamenting; moody; wailing bad-tempered; cantankerous; capricious; crabbed; crusty; gruff; grumbling; grumpy; moody; nagging; peevish; rigid; stiff; sulky; sullen; surly
sikkeneurig bad tempered; cantankerous; complaining; crabbed; crusty; grumpy; lamenting; moody; wailing capricious; grumbling; grumpy; peevish
- lamenting; wailful
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jammerend complaining; lamenting; plaintive; wailing; woeful; wretched complaining; lamenting; moaning; whining; woeful; wretched
jeremiërend complaining; lamenting; plaintive; wailing; woeful; wretched complaining; lamenting; moaning; whining; woeful; wretched
slecht gehumeurd bad tempered; cantankerous; complaining; crabbed; crusty; grumpy; lamenting; moody; wailing capricious; grumbling; grumpy; peevish

Verwante woorden van "wailing":


Synoniemen voor "wailing":


Verwante definities voor "wailing":

  1. vocally expressing grief or sorrow or resembling such expression1
    • wailing mourners1
    • the wailing wind1
  2. loud cries made while weeping1

wail:

to wail werkwoord (wails, wailed, wailing)

  1. to wail (weep; cry; sob; blubber; whimper)
    huilen; wenen; janken
    • huilen werkwoord (huil, huilt, huilde, huilden, gehuild)
    • wenen werkwoord (ween, weent, weende, weenden, geweend)
    • janken werkwoord (jank, jankt, jankte, jankten, gejankt)
  2. to wail (lament; complain; make complaints)
    jammeren; jeremiëren; weeklagen
    • jammeren werkwoord (jammer, jammert, jammerde, jammerden, gejammerd)
    • jeremiëren werkwoord (jeremiëer, jeremiëert, jeremiëerde, jeremiëerden, gejeremiëerd)
    • weeklagen werkwoord (weeklaag, weeklaagt, weeklaagde, weeklaagden, geweeklaagd)
  3. to wail (complain; yammer; whinge)

Conjugations for wail:

present
  1. wail
  2. wail
  3. wails
  4. wail
  5. wail
  6. wail
simple past
  1. wailed
  2. wailed
  3. wailed
  4. wailed
  5. wailed
  6. wailed
present perfect
  1. have wailed
  2. have wailed
  3. has wailed
  4. have wailed
  5. have wailed
  6. have wailed
past continuous
  1. was wailing
  2. were wailing
  3. was wailing
  4. were wailing
  5. were wailing
  6. were wailing
future
  1. shall wail
  2. will wail
  3. will wail
  4. shall wail
  5. will wail
  6. will wail
continuous present
  1. am wailing
  2. are wailing
  3. is wailing
  4. are wailing
  5. are wailing
  6. are wailing
subjunctive
  1. be wailed
  2. be wailed
  3. be wailed
  4. be wailed
  5. be wailed
  6. be wailed
diverse
  1. wail!
  2. let's wail!
  3. wailed
  4. wailing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

wail [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the wail (lament)
    lijkklacht
  2. the wail (wailing tone; whimper; tone of lamentation)
    de jammertoon

Vertaal Matrix voor wail:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jammertoon tone of lamentation; wail; wailing tone; whimper
lijkklacht lament; wail
- lament; lamentation; plaint
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
huilen blubber; cry; sob; wail; weep; whimper blubber; cry; groan; let on; moan; shout; shriek; sniff; sniffle; snivel; squeal; tear; tell tales; water; weep; whimper; whine
jammeren complain; lament; make complaints; wail
janken blubber; cry; sob; wail; weep; whimper blubber; cry; gasp; howl; let on; shout; shriek; sniff; sniffle; snivel; sob; squeal; tell tales; whimper; whine; yell
jeremiëren complain; lament; make complaints; wail
weeklagen complain; lament; make complaints; wail
wenen blubber; cry; sob; wail; weep; whimper
zich beklagen complain; wail; whinge; yammer
- howl; mewl; pule; roar; ululate; whimper; yaup; yawl
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- whimper; whine

Verwante woorden van "wail":


Synoniemen voor "wail":


Verwante definities voor "wail":

  1. a cry of sorrow and grief1
  2. cry weakly or softly1
    • she wailed with pain1
  3. emit long loud cries1
    • wail in self-pity1

Wiktionary: wail

wail
verb
  1. -

Cross Translation:
FromToVia
wail huilen; blèren heulen — ein bestimmtes Geräusch (ein Heulen) erzeugen
wail huilen; blèren plärrenumgangssprachlich: weinen

Verwante vertalingen van wailing