Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor wicks (Engels) in het Nederlands

wicks:

wicks [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the wicks (sweeps; pennons; wings)
    de wieken
    • wieken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  2. the wicks (stockings; socks)
    de kousen; de nylonkousen
    • kousen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • nylonkousen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  3. the wicks
    de kousjes
    • kousjes [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  4. the wicks
    de kaarsenpitten
  5. the wicks (fuses)
    de lonten
    • lonten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  6. the wicks (fuses; hoses)
    de lampenkousjes

Vertaal Matrix voor wicks:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kaarsenpitten wicks
kousen socks; stockings; wicks
kousjes wicks
lampenkousjes fuses; hoses; wicks
lonten fuses; wicks
nylonkousen socks; stockings; wicks
wieken pennons; sweeps; wicks; wings

Verwante woorden van "wicks":


wicks vorm van wick:

wick [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the wick (fuse; pith; pip; kernel; fuze)
    de ontsteking; de lont
    • ontsteking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • lont [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. the wick (cotton; cottonwick)
    de katoen; katoenstof
    • katoen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • katoenstof [znw.] zelfstandig naamwoord
  3. the wick (cotton; cottonwick)
    de katoen; boomwol
    • katoen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • boomwol [znw.] zelfstandig naamwoord
  4. the wick
    het kousje; het lampenkousje
  5. the wick
    het lemmet; de kaarsenpit; de pit
    • lemmet [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kaarsenpit [de ~] zelfstandig naamwoord
    • pit [de ~] zelfstandig naamwoord
  6. the wick (kernel; pip; pith)
    de pit; de kaarsenpit
    • pit [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kaarsenpit [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor wick:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boomwol cotton; cottonwick; wick
kaarsenpit kernel; pip; pith; wick
katoen cotton; cottonwick; wick cotton; cotton yarn
katoenstof cotton; cottonwick; wick
kousje wick
lampenkousje wick gas mantle; lamp wick
lemmet wick blade
lont fuse; fuze; kernel; pip; pith; wick
ontsteking fuse; fuze; kernel; pip; pith; wick infection; inflammation
pit kernel; pip; pith; wick ardor; ardour; assiduity; diligence; fervor; fervour; kernel; pip; pit; seed; stone; zeal; zest; élan
- taper

Verwante woorden van "wick":


Synoniemen voor "wick":


Verwante definities voor "wick":

  1. a loosely woven cord (in a candle or oil lamp) that draws fuel by capillary action up into the flame1
  2. any piece of cord that conveys liquid by capillary action1
    • the physician put a wick in the wound to drain it1

Wiktionary: wick

wick
noun
  1. the porous cord that draws up liquid fuel for burning
wick
noun
  1. een hulpmiddel om een brandstof in licht om te zetten, dat deel uitmaakt van een olie- of petroleumlamp
  2. lont van een kaars
  3. een pit van een lamp