Willingly in het Nederlands vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

willingly:
- graag; gaarne; goedwillig; welwillend; goedschiks
willing:
- bereid; inschikkelijk; soepel; meegaand; gewillig; toegeeflijk; gedwee; toegevend; bereidwillig; bereidvaardig; welwillend; goedgunstig; gehoorzaam; genegen; willig; dienstbaar; dienstwillig
Wiktionary:
- willingly → graag, willens
- willing → bereid, bereidvaardig, bereidwillig, dienstwillig, gewillig

Engels

Uitgebreide vertaling voor willingly (Engels) in het Nederlands

willingly:

willingly bijwoord

willingly (gladly; with pleasure; readily)
graag; gaarne
- graag bijvoeglijk naamwoord
- gaarne bijwoord
willingly
goedwillig; welwillend
- goedwillig bijvoeglijk naamwoord
- welwillend bijvoeglijk naamwoord
willingly (readily)
goedschiks
- goedschiks bijwoord

Vertaal Matrix voor willingly:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
goedwillig	willingly
graag	gladly; readily; willingly; with pleasure
welwillend	willingly	benevolent; cooperative; gentle; lenient; obliging; readiness; ready; sympathetic; willing
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gaarne	gladly; readily; willingly; with pleasure
goedschiks	readily; willingly
-	volitionally
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	readily

Verwante woorden van "willingly":

willing

Synoniemen voor "willingly":

volitionally

Antoniemen van "willingly":

unwillingly

Verwante definities voor "willingly":

in a willing manner¹
- I willingly accept¹

Wiktionary: willingly

willingly

adverb

of one’s own free will
- willingly → graag; willens

willingly

adverb

met plezier, met graagte; dat doe ik graag
- graag → please; willingly; gladly

willing:

willing bijvoeglijk naamwoord

willing
bereid
- bereid bijvoeglijk naamwoord
willing (accommodating; submissive; compliant; complaisant; tolerant; pliable; servient; yielding; obliging; tractable; flexible; simple to operate; ready)
inschikkelijk; soepel; meegaand; gewillig; toegeeflijk; gedwee; toegevend
- inschikkelijk bijvoeglijk naamwoord
- soepel bijvoeglijk naamwoord
- meegaand bijvoeglijk naamwoord
- gewillig bijvoeglijk naamwoord
- toegeeflijk bijvoeglijk naamwoord
- gedwee bijvoeglijk naamwoord
- toegevend bijvoeglijk naamwoord
willing (lenient; obliging; readiness; ready)
bereidwillig; bereidvaardig; welwillend
- bereidwillig bijvoeglijk naamwoord
- bereidvaardig bijvoeglijk naamwoord
- welwillend bijvoeglijk naamwoord
willing (ready)
bereidvaardig; gewillig
- bereidvaardig bijvoeglijk naamwoord
- gewillig bijvoeglijk naamwoord
willing (benevolent; sympathetic)
welwillend; goedgunstig
- welwillend bijvoeglijk naamwoord
- goedgunstig bijvoeglijk naamwoord
willing (obedient; submissive; docile; servient; cooperative; tractable)
gehoorzaam
- gehoorzaam bijvoeglijk naamwoord
willing (sympathetic)
genegen
- genegen bijvoeglijk naamwoord
willing (obliging; servient; tractable)
willig; dienstbaar; dienstwillig
- willig bijvoeglijk naamwoord
- dienstbaar bijvoeglijk naamwoord
- dienstwillig bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor willing:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	volition
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bereid	willing
bereidvaardig	lenient; obliging; readiness; ready; willing
bereidwillig	lenient; obliging; readiness; ready; willing	assistent; attentive; complaisant; helpful; obliging
dienstbaar	obliging; servient; tractable; willing	docile; meek; obedient; submissive
dienstwillig	obliging; servient; tractable; willing	considerate; obliging
gedwee	accommodating; complaisant; compliant; flexible; obliging; pliable; ready; servient; simple to operate; submissive; tolerant; tractable; willing; yielding	amenable; docile; humble; malleable; meek; pliable; slavishly; submissive
gehoorzaam	cooperative; docile; obedient; servient; submissive; tractable; willing
genegen	sympathetic; willing
gewillig	accommodating; complaisant; compliant; flexible; obliging; pliable; ready; servient; simple to operate; submissive; tolerant; tractable; willing; yielding
goedgunstig	benevolent; sympathetic; willing
inschikkelijk	accommodating; complaisant; compliant; flexible; obliging; pliable; ready; servient; simple to operate; submissive; tolerant; tractable; willing; yielding	assistent; attentive; complaisant; helpful; obliging
meegaand	accommodating; complaisant; compliant; flexible; obliging; pliable; ready; servient; simple to operate; submissive; tolerant; tractable; willing; yielding	amenable; docile; flexible; humble; malleable; meek; pliable; pliant; slavishly; submissive; supple; yielding
soepel	accommodating; complaisant; compliant; flexible; obliging; pliable; ready; servient; simple to operate; submissive; tolerant; tractable; willing; yielding	flexible; limber; lithe; plastic; pliable; pliant; supple; yielding
toegevend	accommodating; complaisant; compliant; flexible; obliging; pliable; ready; servient; simple to operate; submissive; tolerant; tractable; willing; yielding
welwillend	benevolent; lenient; obliging; readiness; ready; sympathetic; willing	cooperative; gentle; obliging; willingly
willig	obliging; servient; tractable; willing
-	uncoerced; unforced
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	ready
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
toegeeflijk	accommodating; complaisant; compliant; flexible; obliging; pliable; ready; servient; simple to operate; submissive; tolerant; tractable; willing; yielding

Verwante definities voor "willing":

not brought about by coercion or force¹
disposed or inclined toward¹
- a willing participant¹
- willing helpers¹
the act of making a choice¹

Wiktionary: willing

willing

adjective

ready to do something that is not a matter of course
- willing → bereid

willing

adjective

akkoord gaand, instemmend: bereid tot actie
- bereid → willing
bereid iets te willen doen, te helpen
- bereidvaardig → kind; obliging; ready; willing
tot hulp en dienst bereid zijn of daarvan blijk geven
- bereidwillig → obliging; willing
tot dienst bereid
- dienstwillig → obliging; ready; willing
bereidwillig, gehoorzaam
- gewillig → obedient; voluntary; willing

Verwante vertalingen van willingly

Remove Ads

Vertaal willingly van Engels naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor willingly (Engels) in het Nederlands

willingly:

willingly bijwoord

willingly (gladly; with pleasure; readily)

willingly

willingly (readily)

Vertaal Matrix voor willingly:

Verwante woorden van "willingly":

Synoniemen voor "willingly":

Antoniemen van "willingly":

Verwante definities voor "willingly":

Wiktionary: willingly

willing:

willing bijvoeglijk naamwoord

willing

willing (accommodating; submissive; compliant; complaisant; tolerant; pliable; servient; yielding; obliging; tractable; flexible; simple to operate; ready)

willing (lenient; obliging; readiness; ready)

willing (ready)

willing (benevolent; sympathetic)

willing (obedient; submissive; docile; servient; cooperative; tractable)

willing (sympathetic)

willing (obliging; servient; tractable)

Vertaal Matrix voor willing:

Verwante woorden van "willing":

Synoniemen voor "willing":

Antoniemen van "willing":

Verwante definities voor "willing":

Wiktionary: willing

Verwante vertalingen van willingly