Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. workpiece:


Engels

Uitgebreide vertaling voor workpiece (Engels) in het Nederlands

workpiece:

workpiece [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the workpiece (school task; task; chore)
    de taak; schoolopdracht
  2. the workpiece (chore; labour; task; )
    de arbeid; de job; de karwei
    • arbeid [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • job [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • karwei [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor workpiece:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arbeid chore; duties; labor; labour; task; work; working; workpiece activity; bustle; diligence; industry; job; work; zeal
job chore; duties; labor; labour; task; work; working; workpiece function; installment; instalment; job; position; post
karwei chore; duties; labor; labour; task; work; working; workpiece
schoolopdracht chore; school task; task; workpiece
taak chore; school task; task; workpiece To Do; assignment; case; command; contract; cue; instruction; job; motto; order; parole; shibboleth; task; to-do; to-do item; work
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- piece to be machined

Verwante woorden van "workpiece":

  • workpieces

Synoniemen voor "workpiece":

  • work; piece of work

Verwante definities voor "workpiece":

  1. work consisting of a piece of metal being machined1