Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. zinc:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor zinc (Engels) in het Nederlands

zinc:

zinc [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the zinc
    het zink
    • zink [het ~] zelfstandig naamwoord

zinc bijvoeglijk naamwoord

  1. zinc
    zinken
    • zinken bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor zinc:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zink zinc
- Zn; atomic number 30
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zinken decline; go under; perish; set; sink; submerge; succumb; suffer
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zinken zinc

Verwante woorden van "zinc":

  • zincs

Synoniemen voor "zinc":


Verwante definities voor "zinc":

  1. a bluish-white lustrous metallic element; brittle at ordinary temperatures but malleable when heated; used in a wide variety of alloys and in galvanizing iron; it occurs naturally as zinc sulphide in zinc blende1
  2. coat or cover with zinc1

Wiktionary: zinc

zinc
noun
  1. Element
zinc
noun
  1. , een scheikundig element met symbool Zn en atoomnummer 30. Het is een blauw/wit overgangsmetaal

Cross Translation:
FromToVia
zinc zink ZinkChemie: chemisches Element mit der Ordnungszahl 30; bläulich-weißes, leicht formbares Metall
zinc zinken zinkenattributiv: aus Zink bestehend
zinc zink; zìnk zinc — chimie|nocat=1 au singulier élément chimique.

Verwante vertalingen van zinc