Engels

Uitgebreide vertaling voor assistant (Engels) in het Zweeds

assistant:

assistant [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the assistant (second servant; helper; bystander; )
    medhjälpare; assistent; biträde
  2. the assistant (female assistant)
    assistent; kvinnlig assistent
  3. the assistant (valet; aid; help; hand)
    hjälp; medhjälpare; assistent
  4. the assistant
    assistent; adjunkt
  5. the assistant
  6. the assistant
    – A tool that is designed to help users with their work. 1
    assistent

assistant bijvoeglijk naamwoord

  1. assistant (deputy)
    assistent

Vertaal Matrix voor assistant:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adjunkt assistant
assistent aid; assistant; bystander; clerk; female assistant; footman; hand; help; helper; second servant; valet
biträde assistant; bystander; clerk; footman; helper; second servant; valet employee
hjälp aid; assistant; hand; help; valet aid; assistance; destitution; help; helpfulness; need; neediness; online help; relief; social security; support; welfare
kvinnlig assistent assistant; female assistant
medhjälpare aid; assistant; bystander; clerk; footman; hand; help; helper; second servant; valet accomplice; confederate
- help; helper; supporter
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- adjunct
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
EU-tjänsteman i kategori AST assistant
assisterande assistant
biträdande assistant; auxiliary
hjälp lift
hjälpreda assistant; helper
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
assistent assistant; deputy
hjälp help

Verwante woorden van "assistant":


Synoniemen voor "assistant":


Verwante definities voor "assistant":

  1. of or relating to a person who is subordinate to another2
  2. a person who contributes to the fulfillment of a need or furtherance of an effort or purpose2
    • my invaluable assistant2
  3. A tool that is designed to help users with their work.1

Wiktionary: assistant

assistant
noun
  1. person who assists

Cross Translation:
FromToVia
assistant assistent; biträde Assistent — meist akademisch vorgebildete Hilfskraft
assistant assistent; hjälppersonal; medhjälpare Helfer — Person, die jemanden helfen oder unterstützen
assistant medarbetare Mitarbeiter — jemand, der in der Gruppe oder Firma des-/derjenigen arbeitet, der ihm Weisungen erteilen kann
assistant adjunkt; assistent; biträde Adjunkt — va.|: der Gehilfe eines Beamten
assistant assistent assistent — een persoon die ondersteunt

Verwante vertalingen van assistant