Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. deck:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor deck (Engels) in het Zweeds

deck:

deck [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the deck
    däck
    • däck [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. the deck
    – A group of one or more cards. 1
    lek
    • lek [-en] zelfstandig naamwoord

deck

  1. deck
  2. deck (decorate; ornament)

Vertaal Matrix voor deck:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
däck deck pneumatic tyre; tires; tyres
lek deck fight; game; game of rough-and-tumble; leeway; margin; play; playing; romp; romping
- deck of cards; pack of cards
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- adorn; beautify; bedeck; bedight; coldcock; decorate; dump; embellish; floor; grace; knock down
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
däcka deck
sira deck; decorate; ornament

Verwante woorden van "deck":


Synoniemen voor "deck":


Verwante definities voor "deck":

  1. any of various platforms built into a vessel2
  2. street name for a packet of illegal drugs2
  3. a porch that resembles the deck on a ship2
  4. a pack of 52 playing cards2
  5. knock down with force2
    • He decked his opponent2
  6. decorate2
    • deck the halls with holly2
  7. be beautiful to look at2
  8. A group of one or more cards.1
  9. A storage device, such as a tape deck, or a group of such devices.1

Wiktionary: deck

deck
noun
  1. floorlike covering on a ship
  2. pack of playing cards

Cross Translation:
FromToVia
deck däck Deck — Plattform über einem Schiffsraum, auch der Raum zwischen zwei Decks

Verwante vertalingen van deck