Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. interval:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor interval (Engels) in het Zweeds

interval:

interval [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the interval
    intervall
  2. the interval
    tonavstånd; intervall
  3. the interval (interim; gap)
    tillfällig
  4. the interval (intermission; break; pause)
    paus; uppehåll; avbrott
    • paus [-en] zelfstandig naamwoord
    • uppehåll [-ett] zelfstandig naamwoord
    • avbrott [-ett] zelfstandig naamwoord
  5. the interval (break; rest-break; intermission)
    paus
    • paus [-en] zelfstandig naamwoord
  6. the interval (break; playtime)
    avbrott; intervall
  7. the interval
    – The number of times a cycle should occur for a given instance of the cycle frequency. An interval value of 1 indicates that the cycle should occur for each instance of the cycle frequency. An interval value of 2 indicates that the cycle should occur every second instance of the cycle frequency. 1
    intervall

Vertaal Matrix voor interval:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avbrott break; intermission; interval; pause; playtime IRQ; destruction; interference; intermission; interrupt; interrupt request; interruption; intervention; intrusion; meddling; recess; severance
intervall break; interval; playtime range
paus break; intermission; interval; pause; rest-break break; half-time score; interlude; intermission; interruption; intervals; pause; pauses; recess; rest; rest-break; stop; wait
tillfällig gap; interim; interval
tonavstånd interval
uppehåll break; intermission; interval; pause intermission; interruption
- musical interval; separation; time interval
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
mellanakt intermission; interval; interval between the acts
mellantid interval
tonsteg interval
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tillfällig casual; casually; current; in passing; incidental; informal; interim; loosely; momentary; now and then; occasionally; off and on; passing; provisional; sometimes; temporal; temporary

Verwante woorden van "interval":


Synoniemen voor "interval":


Verwante definities voor "interval":

  1. the distance between things2
  2. a set containing all points (or all real numbers) between two given endpoints2
  3. the difference in pitch between two notes2
  4. a definite length of time marked off by two instants2
  5. The number of times a cycle should occur for a given instance of the cycle frequency. An interval value of 1 indicates that the cycle should occur for each instance of the cycle frequency. An interval value of 2 indicates that the cycle should occur every second instance of the cycle frequency.1

Wiktionary: interval


Cross Translation:
FromToVia
interval intervall IntervallMusik: Abstand zwischen der Höhe zweier Ton
interval håll; avstånd Abstandräumlicher oder zeitlicher Zwischenraum, räumliche Entfernung zwischen zwei Punkten, Zeitabschnitt zwischen zwei Zeitpunkten auch im übertragenen Sinn
interval paus pausesuspension, interruption momentanée d’une action.
interval rast; ro; vila; paus reposprivation, cessation de mouvement, d’activité ou d’effort,.

Verwante vertalingen van interval