Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ascendancy:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor ascendancy (Engels) in het Zweeds

ascendancy:

ascendancy [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the ascendancy (superiority; supremacy; dominance)
    överlägsenhet; dominans; majoritet

Vertaal Matrix voor ascendancy:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dominans ascendancy; dominance; superiority; supremacy domination; rule
majoritet ascendancy; dominance; superiority; supremacy biggest part; bulk; greater part; main body; masses
överlägsenhet ascendancy; dominance; superiority; supremacy haughtiness; pride; vanity
- ascendance; ascendence; ascendency; control; dominance

Synoniemen voor "ascendancy":


Verwante definities voor "ascendancy":

  1. the state that exists when one person or group has power over another1

Wiktionary: ascendancy


Cross Translation:
FromToVia
ascendancy myndighet autoritépouvoir ou droit de commander, d’obliger quelqu’un à quelque chose.
ascendancy befallning; befäl; kommando; order commandement — À trier
ascendancy styrelse; regering gouvernementaction, charge, ou manière de gouverner, de régir, d’administrer quelque chose, en particulier dans le domaine politique.
ascendancy ans tenue — Traductions à trier suivant le sens.