Engels

Uitgebreide vertaling voor contractor (Engels) in het Zweeds

contractor:

contractor [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the contractor (building contractor; builder)
  2. the contractor (sphincter; constrictor)
    slutmuskel
  3. the contractor (constrictor; sphincter)
    kontraktor; sammandragare
  4. the contractor
    – A role assumed by a person who participates in a contractor-employer relationship with a legal entity. 1
    leverantör

contractor

  1. contractor

Vertaal Matrix voor contractor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
byggnadsentrepenör builder; building contractor; contractor builder; building contractor; constructor
kontraktor constrictor; contractor; sphincter
leverantör contractor deliverers; delivery men; maker; manufacturer; producer; provider; roundsmen; supplier; vendor
sammandragare constrictor; contractor; sphincter
slutmuskel constrictor; contractor; sphincter sphincter
- contractile organ; declarer
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
entreprenör contractor entrepreneur

Synoniemen voor "contractor":


Verwante definities voor "contractor":

  1. a bodily organ that contracts2
  2. someone (a person or firm) who contracts to build things2
  3. (law) a party to a contract2
  4. the bridge player in contract bridge who wins the bidding and can declare which suit is to be trumps2
  5. A role assumed by a person who participates in a contractor-employer relationship with a legal entity.1

Verwante vertalingen van contractor