Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. diaper:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor diaper (Engels) in het Zweeds

diaper:

diaper [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the diaper (nappy)
    blöja
    • blöja [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor diaper:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blöja diaper; nappy
- napkin; nappy

Verwante woorden van "diaper":

  • diapers

Synoniemen voor "diaper":


Verwante definities voor "diaper":

  1. garment consisting of a folded cloth drawn up between the legs and fastened at the waist; worn by infants to catch excrement1
  2. a fabric (usually cotton or linen) with a distinctive woven pattern of small repeated figures1

Wiktionary: diaper

diaper
noun
  1. absorbent garment worn by a baby, or by someone who is incontinent

Cross Translation:
FromToVia
diaper blöja luier — vocht absorberend kledingstuk dat wordt gedragen door een incontinente persoon, inz. door een baby
diaper blöja Windel — körpernah eingesetzter Saugkörper zur Aufnahme von Urin und/oder Kot
diaper blöja couche — Linge ou bande absorbante à l’usage des enfants

Verwante vertalingen van diaper