Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ear:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor ear (Engels) in het Zweeds

ear:

ear [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the ear (hilt; handle)
    handtag
    • handtag [-ett] zelfstandig naamwoord

ear

  1. ear

Vertaal Matrix voor ear:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
handtag ear; handle; hilt grip; gripper; gripper bar; handle; hold; knob; lever; stem
öra handle
- auricle; capitulum; pinna; spike
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
gehör ear hearing
öra ear

Verwante woorden van "ear":

  • ears

Synoniemen voor "ear":


Verwante definities voor "ear":

  1. the sense organ for hearing and equilibrium1
  2. the externally visible cartilaginous structure of the external ear1
  3. good hearing1
    • he had a keen ear1
    • a good ear for pitch1
  4. attention to what is said1
    • he tried to get her ear1
  5. fruiting spike of a cereal plant especially corn1

Wiktionary: ear

ear
noun
  1. fruiting body of a grain plant
    • earax
  2. organ of hearing
verb
  1. archaic: to plough

Cross Translation:
FromToVia
ear öra oor — het lichaamsdeel waarmee geluiden kunnen worden gehoord
ear hörsel Gehör — in der Physiologie die Gesamtheit von Ohren, Hörnerv und Hörzentrum im Gehirn
ear öra OhrAnatomie: Sinnesorgan zur Wahrnehmung von akustischen Signalen (Gehör)
ear ax ÄhreBotanik: Blüte und Fruchtstand bei Getreide und anderen Graspflanzen
ear öra oreille — Organe de l’audition

Verwante vertalingen van ear