Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. greenhorn:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor greenhorn (Engels) in het Zweeds

greenhorn:

greenhorn [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the greenhorn (novice; rookie)
    nybörjare; novis; gröngöling; rookie
  2. the greenhorn (novice)
    gröngöling; nybörjare; novis; nykomling
  3. the greenhorn (coward; rookie; chicken; )
    mes; hare; fegis; rookie
    • mes [-en] zelfstandig naamwoord
    • hare [-en] zelfstandig naamwoord
    • fegis [-en] zelfstandig naamwoord
    • rookie zelfstandig naamwoord
  4. the greenhorn (newcomer; novice; freshman; )
    gröngöling; nykomling; novis; nybörjare; rookie

Vertaal Matrix voor greenhorn:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fegis chicken; coward; dogs and cats; freshman; greenhorn; hare's foot; novice; poltroon; rookie scaredy-cat; spineless chap; spineless fellow; weakling
gröngöling beginner; fresh man; freshman; greenhorn; newcomer; novice; rookie
hare chicken; coward; dogs and cats; freshman; greenhorn; hare's foot; novice; poltroon; rookie funk; hare; pacesetters
mes chicken; coward; dogs and cats; freshman; greenhorn; hare's foot; novice; poltroon; rookie scaredy-cat; spineless chap; spineless fellow; titmouse; weakling
novis beginner; fresh man; freshman; greenhorn; newcomer; novice; rookie
nybörjare beginner; fresh man; freshman; greenhorn; newcomer; novice; rookie beginner; beginners; starter; starters
nykomling beginner; fresh man; freshman; greenhorn; newcomer; novice; rookie
rookie beginner; chicken; coward; dogs and cats; fresh man; freshman; greenhorn; hare's foot; newcomer; novice; poltroon; rookie
- cub; rookie

Verwante woorden van "greenhorn":

  • greenhorns

Synoniemen voor "greenhorn":


Verwante definities voor "greenhorn":

  1. an awkward and inexperienced youth1

Wiktionary: greenhorn

greenhorn
noun
  1. inexperienced person

Cross Translation:
FromToVia
greenhorn gröngöling Grünschnabel — eine auf einem Gebiet noch unerfahrene Person
greenhorn gröngöling; duvunge blanc-bec — (familier, fr) jeune homme qui n’a pas encore de barbe.