Impulse in het Zweeds vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

impulse:
- infall; impuls; nyck; uppsving; puff uppåt; lyft; stimulerande; sporrning; sporre; drift; begär; starkt behov
- uppslag
Wiktionary:
- impulse → impuls, ingivelse
- impulse → impuls

Engels

Uitgebreide vertaling voor impulse (Engels) in het Zweeds

the impulse (whim; caprice)
infall; impuls; nyck
- infall [-ett] zelfstandig naamwoord
- impuls [-en] zelfstandig naamwoord
- nyck [-en] zelfstandig naamwoord
the impulse (boost; stimulus; incentive; momentum; spur; drive; impetus)
uppsving; puff uppåt; lyft
- uppsving [-ett] zelfstandig naamwoord
- puff uppåt zelfstandig naamwoord
- lyft [-ett] zelfstandig naamwoord
the impulse (stimulant; stimulus; thrill; incitement; stimulation)
stimulerande; sporrning
- stimulerande zelfstandig naamwoord
- sporrning zelfstandig naamwoord
the impulse (incentive; incitement; stimulus)
sporre
- sporre [-en] zelfstandig naamwoord
the impulse (urge; instinct; drive)
drift; begär; starkt behov
- drift [-en] zelfstandig naamwoord
- begär [-ett] zelfstandig naamwoord
- starkt behov zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
begär	drive; impulse; instinct; urge	ardor; ardour; craving; craze; desire; frenzy; longing; lust; passion; rankness; sigh; urge; wish; yearning
drift	drive; impulse; instinct; urge	drift; management; policy; politics; strategy; tactic; tendency
impuls	caprice; impulse; whim	angular momentum
infall	caprice; impulse; whim	burst; caprice; fancy; mood; quirk; spur of the moment; whim
lyft	boost; drive; impetus; impulse; incentive; momentum; spur; stimulus
nyck	caprice; impulse; whim	caprice; fancy; mood; quirk; spur of the moment; whim
puff uppåt	boost; drive; impetus; impulse; incentive; momentum; spur; stimulus
sporre	impulse; incentive; incitement; stimulus
sporrning	impulse; incitement; stimulant; stimulation; stimulus; thrill
starkt behov	drive; impulse; instinct; urge
stimulerande	impulse; incitement; stimulant; stimulation; stimulus; thrill	1 stimulants
uppsving	boost; drive; impetus; impulse; incentive; momentum; spur; stimulus	advance; boom; rising
-	caprice; impetus; impulsion; momentum; nerve impulse; nervous impulse; neural impulse; pulsation; pulse; pulsing; urge; whim
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
uppslag	cuff; idea; impulse; project
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
stimulerande		stimulating

the act of applying force suddenly¹
- the impulse knocked him over¹
an impelling force or strength¹
the electrical discharge that travels along a nerve fiber¹
- they demonstrated the transmission of impulses from the cortex to the hypothalamus¹
(electronics) a sharp transient wave in the normal electrical state (or a series of such transients)¹
a sudden desire¹
- he bought it on an impulse¹
an instinctive motive¹
- profound religious impulses¹

impulse

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• impulse	→ impuls	↔ Impuls — Anstoß, Anregung