Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. intoxication:
  2. intoxicate:
  3. Wiktionary:
    • intoxication → rus


Engels

Uitgebreide vertaling voor intoxication (Engels) in het Zweeds

intoxication:

intoxication [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the intoxication (frenzy; ecstasy)
    berusning; rus
    • berusning [-en] zelfstandig naamwoord
    • rus [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. the intoxication (drunkenness)
    fylla; rus
    • fylla [-en] zelfstandig naamwoord
    • rus [-ett] zelfstandig naamwoord
  3. the intoxication (drunkenness)
    fylleri
    • fylleri [-ett] zelfstandig naamwoord
  4. the intoxication (giddiness)
    yra; berusning
    • yra [-en] zelfstandig naamwoord
    • berusning [-en] zelfstandig naamwoord

intoxication

  1. intoxication (drunkeness)
  2. intoxication

Vertaal Matrix voor intoxication:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
berusning ecstasy; frenzy; giddiness; intoxication
fylla drunkenness; intoxication
fylleri drunkenness; intoxication
rus drunkenness; ecstasy; frenzy; intoxication flash; flush
yra giddiness; intoxication flash; flush
- drunkenness; inebriation; inebriety; insobriety; poisoning; tipsiness; toxic condition
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fylla darn; fill; fill in; fill up; inflate; mend; pump full; stuff
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
druckenhet drunkeness; intoxication
intoxikation intoxication

Verwante woorden van "intoxication":


Synoniemen voor "intoxication":


Antoniemen van "intoxication":


Verwante definities voor "intoxication":

  1. excitement and elation beyond the bounds of sobriety1
    • the intoxication of wealth and power1
  2. a temporary state resulting from excessive consumption of alcohol1
  3. the physiological state produced by a poison or other toxic substance1

Wiktionary: intoxication


Cross Translation:
FromToVia
intoxication rus Rauschmentaler und / oder körperlicher Zustand, zum Beispiel der Glückseligkeit oder auch der Verwirrung und Übelkeit, wenn Alkoholkonsum- oder Drogenkonsum Wirkung zeigen

intoxication vorm van intoxicate:

to intoxicate werkwoord (intoxicates, intoxicated, intoxicating)

  1. to intoxicate (stun; stupefy; make someone drunk; drug)
    berusa; droga
    • berusa werkwoord (berusar, berusade, berusat)
    • droga werkwoord (drogar, drogade, drogat)
  2. to intoxicate (thrill; carry away)
    berusa
    • berusa werkwoord (berusar, berusade, berusat)

Conjugations for intoxicate:

present
  1. intoxicate
  2. intoxicate
  3. intoxicates
  4. intoxicate
  5. intoxicate
  6. intoxicate
simple past
  1. intoxicated
  2. intoxicated
  3. intoxicated
  4. intoxicated
  5. intoxicated
  6. intoxicated
present perfect
  1. have intoxicated
  2. have intoxicated
  3. has intoxicated
  4. have intoxicated
  5. have intoxicated
  6. have intoxicated
past continuous
  1. was intoxicating
  2. were intoxicating
  3. was intoxicating
  4. were intoxicating
  5. were intoxicating
  6. were intoxicating
future
  1. shall intoxicate
  2. will intoxicate
  3. will intoxicate
  4. shall intoxicate
  5. will intoxicate
  6. will intoxicate
continuous present
  1. am intoxicating
  2. are intoxicating
  3. is intoxicating
  4. are intoxicating
  5. are intoxicating
  6. are intoxicating
subjunctive
  1. be intoxicated
  2. be intoxicated
  3. be intoxicated
  4. be intoxicated
  5. be intoxicated
  6. be intoxicated
diverse
  1. intoxicate!
  2. let's intoxicate!
  3. intoxicated
  4. intoxicating
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor intoxicate:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
berusa carry away; drug; intoxicate; make someone drunk; stun; stupefy; thrill
droga drug; intoxicate; make someone drunk; stun; stupefy
- elate; inebriate; lift up; pick up; soak; uplift

Verwante woorden van "intoxicate":


Synoniemen voor "intoxicate":


Antoniemen van "intoxicate":


Verwante definities voor "intoxicate":

  1. have an intoxicating effect on, of a drug1
  2. make drunk (with alcoholic drinks)1
  3. fill with high spirits; fill with optimism1