Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. lavish:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor lavish (Engels) in het Zweeds

lavish:

lavish bijvoeglijk naamwoord

  1. lavish (abundant; extensive; comprehensive; )
    rikligt; i rikligt mått

Vertaal Matrix voor lavish:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- shower
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- lucullan; lush; munificent; overgenerous; plush; plushy; too-generous; unsparing; unstinted; unstinting
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
i rikligt mått abundant; ample; amply; comprehensive; copious; detailed; elaborate; extensive; lavish; plentifull; rich; wide; widespread
rikligt abundant; ample; amply; comprehensive; copious; detailed; elaborate; extensive; lavish; plentifull; rich; wide; widespread abundant; ample; copiously; lengthy; opulent

Verwante woorden van "lavish":

  • lavishness, lavisher, lavishest, lavishly

Synoniemen voor "lavish":


Verwante definities voor "lavish":

  1. very generous1
    • distributed gifts with a lavish hand1
    • the critics were lavish in their praise1
  2. characterized by extravagance and profusion1
    • a lavish buffet1
  3. expend profusely; also used with abstract nouns1

Wiktionary: lavish

lavish
verb
  1. to expend or bestow with profusion
adjective
  1. excessive
  2. profuse

Cross Translation:
FromToVia
lavish slösa; öda; ödsla prodiguerdonner, dépenser avec profusion.

Verwante vertalingen van lavish