Leg in het Zweeds vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

leg:
- ben; kaross; benlem; lem; knoge; ledknota
- skänkel
Wiktionary:
- leg → katet, runda, omgång, etapp, ben
- leg → ben, etapp, lopp, metspö, stav, stång

Engels

Uitgebreide vertaling voor leg (Engels) in het Zweeds

the leg (foot)
ben
- ben [-ett] zelfstandig naamwoord
the leg (chassis; stand; support)
kaross
- kaross [-en] zelfstandig naamwoord
the leg
ben; benlem
- ben [-ett] zelfstandig naamwoord
- benlem zelfstandig naamwoord
the leg (limb; bone)
ben; lem
- ben [-ett] zelfstandig naamwoord
- lem zelfstandig naamwoord
the leg (knuckle; bone)
knoge; ledknota
- knoge zelfstandig naamwoord
- ledknota zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ben	bone; foot; leg; limb	bone; bone structure; bones; legs; skeleton
benlem	leg
kaross	chassis; leg; stand; support
knoge	bone; knuckle; leg	knuckle
ledknota	bone; knuckle; leg
lem	bone; leg; limb
-	branch; peg; pegleg; ramification; stage; wooden leg
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ben	leg
skänkel	leg; shank
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ben		bone

a section or portion of a journey or course¹
(nautical) the distance traveled by a sailing vessel on a single tack¹
a cloth covering consisting of the part of a pair of trousers that covers a person's leg¹
one of the supports for a piece of furniture¹
a prosthesis that replaces a missing leg¹
a human limb; commonly used to refer to a whole limb but technically only the part of the limb between the knee and ankle¹
a structure in animals that is similar to a human leg and used for locomotion¹
the limb of an animal used for food¹
a part of a forked or branching shape¹

leg

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• leg	→ ben	↔ Bein — ^[1] ähnlicher Teil von Möbeln
• leg	→ ben	↔ Bein — Extremität zum Laufen und Stehen
• leg	→ etapp	↔ Etappe — Teilstrecke, Abschnitt, Stadium
• leg	→ lopp	↔ Lauf — Technik, Militär: Rohr einer Handfeuerwaffe
• leg	→ metspö; stav; stång	↔ canne — Nom générique donner à plusieurs espèces de roseaux, tels que le roseau commun, la canne d’Inde, la canne odorante, le bambou, etc.
• leg	→ ben	↔ jambe — Membre inférieur.
• leg	→ ben	↔ jambe — Partie du pantalon qui couvre la jambe.