Engels

Uitgebreide vertaling voor passable (Engels) in het Zweeds

passable:

passable bijvoeglijk naamwoord

  1. passable (fair; tolerable)
    rimlig; rimligt; godtagbar; godtagbart; skäligt; tolerabelt
  2. passable (driveable)
    framkomlig; framkomligt; farbar; trafikabelt; farbart

Vertaal Matrix voor passable:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- adequate; fair to middling; tolerable
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
hjälplig passable; tolerable
hjälpligt passable; tolerable
passabel passable; tolerable
skaplig not too bad; passable; tolerable
skäligt legitimately; reasonably
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
farbar driveable; passable navigable; negotiable
farbart driveable; passable navigable; negotiable
framkomlig driveable; passable walkable
framkomligt driveable; passable walkable
godtagbar fair; passable; tolerable maintainable; sustainable
godtagbart fair; passable; tolerable maintainable; sustainable
rimlig fair; passable; tolerable fair; moderate; reasonable
rimligt fair; passable; tolerable fair; moderate; reasonable
skäligt fair; passable; tolerable fair; moderate; reasonable; tolerable
tolerabelt fair; passable; tolerable reasonable; tolerable
trafikabelt driveable; passable

Synoniemen voor "passable":


Antoniemen van "passable":


Verwante definities voor "passable":

  1. able to be passed or traversed or crossed1
    • the road is passable1
  2. about average; acceptable1

Wiktionary: passable


Cross Translation:
FromToVia
passable framkomlig gangbar — begehbar, zu beschreiten, ungefährlich zu passieren
passable acceptabel; hygglig; skaplig; passabel passabel — akzeptabel, annehmbar