Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. province:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor province (Engels) in het Zweeds

province:

province [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the province (region)
    område; region
    • område [-ett] zelfstandig naamwoord
    • region [-en] zelfstandig naamwoord
  2. the province (county; department; district; region)
    provins; landskap; län; region; zon; distrikt
    • provins [-en] zelfstandig naamwoord
    • landskap [-ett] zelfstandig naamwoord
    • län [-ett] zelfstandig naamwoord
    • region [-en] zelfstandig naamwoord
    • zon [-en] zelfstandig naamwoord
    • distrikt [-ett] zelfstandig naamwoord
  3. the province (region; area; place; )
    landsdel
  4. the province (region; area; domain; )
    område; region; trakt; nejd
    • område [-ett] zelfstandig naamwoord
    • region [-en] zelfstandig naamwoord
    • trakt [-en] zelfstandig naamwoord
    • nejd [-en] zelfstandig naamwoord
  5. the province (archdiocese)
    ärkestift
  6. the province (jurisdiction; department; district of a judge; judical district)
    jurisdiktion; domsrätt
  7. the province
    provins
    • provins [-en] zelfstandig naamwoord

province

  1. province (domain)
  2. province (colony)

Vertaal Matrix voor province:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
distrikt county; department; district; province; region area; canton; department; district; districts; domain; dominion; place; precincts; region; sphere; territory; zone
domsrätt department; district of a judge; judical district; jurisdiction; province jurisdiction; territorial jurisdiction
jurisdiktion department; district of a judge; judical district; jurisdiction; province administration of justice; judicial district; jurisdiction; jurisdictions; jurisprudence; justice
landsdel area; county; department; district; part of the country; place; province; region
landskap county; department; district; province; region landscape; scenery
län county; department; district; province; region covers; roofs; sheds; shelters
nejd area; county; department; district; domain; dominion; province; region; sphere; territory; zone
område area; county; department; district; domain; dominion; province; region; sphere; territory; zone area; cache region; department; district; domain; dominion; quarter; range; reach; region; scope; soil; sphere; terrain; territory; ward; yard; zone
provins county; department; district; province; region
region area; county; department; district; domain; dominion; province; region; sphere; territory; zone area; canton; department; district; domain; dominion; region; sphere; territory; zone
trakt area; county; department; district; domain; dominion; province; region; sphere; territory; zone
zon county; department; district; province; region area; department; district; domain; dominion; region; sphere; territory; zone
ärkestift archdiocese; province
- responsibility; state
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
gebit domain; province
guvernement colony; province

Verwante woorden van "province":

  • provinces

Synoniemen voor "province":


Verwante definities voor "province":

  1. the territory occupied by one of the constituent administrative districts of a nation1
  2. the proper sphere or extent of your activities1
    • it was his province to take care of himself1

Wiktionary: province

province
noun
  1. A subdivision of government usually one step below the national level

Cross Translation:
FromToVia
province provins provincie — een staatkundig onderdeel van een land
province provins Provinz — Verwaltungs- oder Selbstverwaltungseinheit eines Staates