Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. robbery:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor robbery (Engels) in het Zweeds

robbery:

robbery [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the robbery (theft)
    stöld
    • stöld [-en] zelfstandig naamwoord
  2. the robbery (despoilment; deprivation; stripping)
    rån; berövande
    • rån [-ett] zelfstandig naamwoord
    • berövande [-en] zelfstandig naamwoord
  3. the robbery (squatting; burglary; theft; break-in)
    ockupera

Vertaal Matrix voor robbery:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
berövande deprivation; despoilment; robbery; stripping
ockupera break-in; burglary; robbery; squatting; theft squat
rån deprivation; despoilment; robbery; stripping armed robbery; assault; hold up; hold-up; raid; wafer
stöld robbery; theft theft
- looting
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
rofferi robbery
rånkupp daring robbery; robbery
röveri plundering; robbery

Verwante woorden van "robbery":

  • robberies

Synoniemen voor "robbery":


Verwante definities voor "robbery":

  1. larceny by threat of violence1
  2. plundering during riots or in wartime1

Wiktionary: robbery

robbery
noun
  1. -

Cross Translation:
FromToVia
robbery rån Raub — das gewaltsame wegnehmen, das rauben

Verwante vertalingen van robbery