Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. saffron:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor saffron (Engels) in het Zweeds

saffron:

saffron [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the saffron
    saffran
    • saffran [-ett] zelfstandig naamwoord

saffron bijvoeglijk naamwoord

  1. saffron
    saffransgult; saffransgul

Vertaal Matrix voor saffron:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
saffran saffron
- Crocus sativus; orange yellow; saffron crocus
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
saffran saffron
saffransgul saffron saffron-coloured
saffransgult saffron saffron-coloured

Verwante woorden van "saffron":

  • saffrons

Synoniemen voor "saffron":


Verwante definities voor "saffron":

  1. a shade of yellow tinged with orange1
  2. dried pungent stigmas of the Old World saffron crocus1
  3. Old World crocus having purple or white flowers with aromatic pungent orange stigmas used in flavoring food1

Wiktionary: saffron

saffron
noun
  1. plant
  2. spice
  3. colour
adjective
  1. colour

Cross Translation:
FromToVia
saffron saffran saffraan — een specerij bereid uit de saffraankrokus Crocus sativus
saffron saffran Safran — Gewürz, das aus den Staubbeuteln von [1] gewonnen wird
saffron saffranskrokus SafranBotanik: eine Krokusart (Crocus sativus)
saffron saffran safran — (botanique) plante (w|Crocus sativus) de la famille des iridacées qui serait originaire du Népal et dont on extrait une épice.

Verwante vertalingen van saffron