Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. scarcity:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor scarcity (Engels) in het Zweeds

scarcity:

scarcity [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the scarcity (shortage; tightness; famine; )
    knapphet; brist; avsaknad
    • knapphet [-en] zelfstandig naamwoord
    • brist [-en] zelfstandig naamwoord
    • avsaknad [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor scarcity:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avsaknad famine; needyness; paucity; scantiness; scarcity; shortage; tightness deficiency; lack; want
brist famine; needyness; paucity; scantiness; scarcity; shortage; tightness absence; ailment; deficiency; destitution; failing; flaw; imperfection; infirmity; insolvency; lack; shortage; shortcoming; stockout; want
knapphet famine; needyness; paucity; scantiness; scarcity; shortage; tightness
- scarceness

Verwante woorden van "scarcity":

  • scarcities

Synoniemen voor "scarcity":


Antoniemen van "scarcity":


Verwante definities voor "scarcity":

  1. a small and inadequate amount1

Wiktionary: scarcity


Cross Translation:
FromToVia
scarcity hungersnöd disettemanque de certaines choses utiles.
scarcity brist; lyte; saknad insuffisanceétat de ce qui est insuffisant.

Verwante vertalingen van scarcity