Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. shortcoming:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor shortcoming (Engels) in het Zweeds

shortcoming:

shortcoming [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the shortcoming (imperfection)
    brist; ofullkomlighet; ofullständighet
  2. the shortcoming (deficit; shortage; deficiency; )
    underskott
  3. the shortcoming (insufficiency; shortfall; deficiency; lack)
    otillräcklighet; bristfällighet

Vertaal Matrix voor shortcoming:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brist imperfection; shortcoming absence; ailment; deficiency; destitution; failing; famine; flaw; infirmity; insolvency; lack; needyness; paucity; scantiness; scarcity; shortage; stockout; tightness; want
bristfällighet deficiency; insufficiency; lack; shortcoming; shortfall deficiency; faultiness; imperfection; inadequacy; poorness
ofullkomlighet imperfection; shortcoming deficiency; faultiness; imperfection; inadequacy; poorness; shortcomings
ofullständighet imperfection; shortcoming deficiency; faultiness; imperfection; inadequacy; poorness
otillräcklighet deficiency; insufficiency; lack; shortcoming; shortfall
underskott deficiency; deficit; insufficiency; lack; shortage; shortcoming; shortfall loss; shortcomings
- defect

Verwante woorden van "shortcoming":


Synoniemen voor "shortcoming":


Verwante definities voor "shortcoming":

  1. a failing or deficiency1

Wiktionary: shortcoming


Cross Translation:
FromToVia
shortcoming fel; defekt; brist Fehler — eine körperliche oder charakterliche Schwäche
shortcoming brist; lyte; saknad insuffisanceétat de ce qui est insuffisant.
shortcoming brist; lyte; saknad manqueabsence, défaut, fait de manquer.
shortcoming fråntagande; brist; lyte; saknad privationperte, absence, manque d’un bien, d’un avantage qu’on avait, ou qu’on devait, qu’on pouvait avoir.

Verwante vertalingen van shortcoming