Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. spunk:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor spunk (Engels) in het Zweeds

spunk:

spunk [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the spunk (drive; thoroughness; energy; )
    energi; fart; drivkraft
    • energi [-en] zelfstandig naamwoord
    • fart [-en] zelfstandig naamwoord
    • drivkraft [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor spunk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drivkraft drive; energy; gin; impetus; jenever; momentum; soul; spirit; spunk; strength; thoroughness driving force; force; motive power; propelling-force; propulsion; propulsive force
energi drive; energy; gin; impetus; jenever; momentum; soul; spirit; spunk; strength; thoroughness current; drive; electric current; impetus; momentum; power
fart drive; energy; gin; impetus; jenever; momentum; soul; spirit; spunk; strength; thoroughness ardor; ardour; assiduity; diligence; drive; driving speed; fervor; fervour; impetus; momentum; rapidity; speed; velocity; zeal; zest; élan
- heart; kindling; mettle; nerve; punk; tinder; touchwood

Verwante woorden van "spunk":

  • spunks

Synoniemen voor "spunk":


Verwante definities voor "spunk":

  1. the courage to carry on1
    • he kept fighting on pure spunk1
  2. material for starting a fire1

Wiktionary: spunk


Cross Translation:
FromToVia
spunk frö semencegrain que l’on semer. — note : Il se dit particulièrement du froment, du seigle, de l’orge, de l’avoine et de quelques autres céréales.