Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. suitability:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor suitability (Engels) in het Zweeds

suitability:

suitability [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the suitability (appropriateness; aptness; relevance; felicitousness)
    passande; relevans
  2. the suitability (appropriateness; ability)
    passad
    • passad [-en] zelfstandig naamwoord
  3. the suitability (fairness; reasonableness; judiciousness; )
    rättvisa; rådighet; förnuftighet

Vertaal Matrix voor suitability:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förnuftighet fairness; judiciousness; moderation; propriety; reasonableness; seemliness; suitability
passad ability; appropriateness; suitability
passande appropriateness; aptness; felicitousness; relevance; suitability becomingness; propriety; seemliness; suitableness
relevans appropriateness; aptness; felicitousness; relevance; suitability appropriateness; relevance; usefulness
rättvisa fairness; judiciousness; moderation; propriety; reasonableness; seemliness; suitability Justice; justice; right; righteousness
rådighet fairness; judiciousness; moderation; propriety; reasonableness; seemliness; suitability
- suitableness
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
passande apposite; apt; becoming; befitting; convenient; effective; efficient; fit; fitting; opportune; proper; reasonable; seemly; suitable

Verwante woorden van "suitability":

  • unsuitability

Synoniemen voor "suitability":


Antoniemen van "suitability":

  • unsuitableness; unsuitability

Verwante definities voor "suitability":

  1. the quality of having the properties that are right for a specific purpose1
    • an important requirement is suitability for long trips1

Wiktionary: suitability


Cross Translation:
FromToVia
suitability lämplighet Eignung — Eigenschaft, passend, tauglich zu sein