Home ->Woordenboeken ->Engels/Zweeds ->Vertaal surplus

Vertaal surplus van Engels naar Zweeds

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

surplus:
- överskott; rikliga mått; kreditbalans
- onödig; onödigt; överflödigt; överskottande; överflödig
Wiktionary:
- surplus → överskott

Engels

Uitgebreide vertaling voor surplus (Engels) in het Zweeds

surplus:

surplus [the ~] zelfstandig naamwoord

the surplus
överskott
- överskott [-ett] zelfstandig naamwoord
the surplus
rikliga mått
- rikliga mått zelfstandig naamwoord
the surplus (credit balance)
överskott; kreditbalans
- överskott [-ett] zelfstandig naamwoord
- kreditbalans zelfstandig naamwoord

surplus bijvoeglijk naamwoord

surplus (excess; superfluous)
onödig; onödigt; överflödigt
- onödig bijvoeglijk naamwoord
- onödigt bijvoeglijk naamwoord
- överflödigt bijvoeglijk naamwoord
surplus
överskottande
- överskottande bijvoeglijk naamwoord
surplus (redundant; supernumerary)
överflödig; överflödigt
- överflödig bijvoeglijk naamwoord
- överflödigt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor surplus:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kreditbalans	credit balance; surplus	credit balance
rikliga mått	surplus
överflödigt		abundances; excesses
överskott	credit balance; surplus	advantage; balances; benefit; earnings; economy; gain; output; profit; return; surplusses; take; victory; winning; yield
-	excess; nimiety; surplusage
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	excess; extra; redundant; spare; supererogatory; superfluous; supernumerary
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
onödig	excess; superfluous; surplus	needless; redundant; superfluous; unnecessary
onödigt	excess; superfluous; surplus	mindless; needless; redundant; senseless; superfluous; unnecessary; useless
överflödig	redundant; supernumerary; surplus	abundance; exaggerated; excessive; multitude; overdone
överflödigt	excess; redundant; superfluous; supernumerary; surplus	exaggerated; excessive; exorbitant; extortionate; extravagant; flamboyant; needless; outrageous; overdone; prohibitive; redundant; superfluous; unnecessary
överskott		net
överskottande	surplus

Verwante woorden van "surplus":

surpluses

Synoniemen voor "surplus":

excess; extra; redundant; spare; supererogatory; superfluous; supernumerary; unnecessary; unneeded
excess; surplusage; nimiety; overabundance; overmuch; overmuchness; superabundance

Verwante definities voor "surplus":

more than is needed, desired, or required¹
- surplus cheese distributed to the needy¹
a quantity much larger than is needed¹

Wiktionary: surplus

surplus

noun

excess, overplus
- surplus → överskott
funds in public treasury greater than ordinary needs
- surplus → överskott

Verwante vertalingen van surplus

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University