Winner in het Zweeds vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

winner:
- segrare; vinnare; krocka; slå; övervinnare; triumfator; erövrare; mål; hit; säkert kort
Wiktionary:
- winner → vinnare
- winner → vinnare, segrare

Engels

Uitgebreide vertaling voor winner (Engels) in het Zweeds

the winner (victor)
segrare; vinnare
- segrare zelfstandig naamwoord
- vinnare [-en] zelfstandig naamwoord
the winner (hit; smasher; smash hit; smash)
krocka; slå
- krocka [-en] zelfstandig naamwoord
- slå zelfstandig naamwoord
the winner (triumphator; conqueror; victor)
övervinnare; segrare; triumfator; erövrare
- övervinnare zelfstandig naamwoord
- segrare zelfstandig naamwoord
- triumfator [-en] zelfstandig naamwoord
- erövrare [-en] zelfstandig naamwoord
the winner (goal; hit)
mål
- mål [-ett] zelfstandig naamwoord
the winner (hit; sure card)
vinnare; hit; säkert kort
- vinnare [-en] zelfstandig naamwoord
- hit zelfstandig naamwoord
- säkert kort zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
erövrare	conqueror; triumphator; victor; winner	conqueror
hit	hit; sure card; winner	hit
krocka	hit; smash; smash hit; smasher; winner	bang; blast; boom; bump; crash; smack; thud; thump
mål	goal; hit; winner	bound for; case; dedication; destination; destination provider; devotion; effort; exertion; final destination; goal; intention; lawsuit; legal suit; mark; objective; proceedings; scheme; target; target value; trial; ultimate goal
segrare	conqueror; triumphator; victor; winner	conqueror; victors; winners
slå	hit; smash; smash hit; smasher; winner
säkert kort	hit; sure card; winner
triumfator	conqueror; triumphator; victor; winner
vinnare	hit; sure card; victor; winner	victors; winners
övervinnare	conqueror; triumphator; victor; winner
-	achiever; succeeder; success; victor
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
slå		ache; bang; batter; beat; belt; bruise; clip; contuse; hammer; hit; hurt; injure; mow; pound; punch; quell; slam; slap; smack; smash; strike; thump; wound

winner

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• winner	→ vinnare	↔ Gewinner — Person oder Institution, welche einen Preis in Form von Geld oder anderen Wertgegenstand aus einer Lotterie oder einem anderen Spiel erhält
• winner	→ segrare; vinnare	↔ Gewinner — Person oder Institution, welche einen Wettkampf oder Wettstreit als Beste bestanden hat