Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. vaccination:
  2. vaccinate:
  3. Wiktionary:
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. vaccination:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor vaccination (Engels) in het Zweeds

vaccination:

vaccination [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the vaccination (inoculation)
    vaccination; vaccinering
  2. the vaccination (vaccine)
    vaccin; vaccination
  3. the vaccination
    vaccination

vaccination

  1. vaccination

Vertaal Matrix voor vaccination:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vaccin vaccination; vaccine vaccine
vaccination inoculation; vaccination; vaccine
vaccinering inoculation; vaccination
- inoculation
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
skyddsympning vaccination

Verwante woorden van "vaccination":


Synoniemen voor "vaccination":


Verwante definities voor "vaccination":

  1. taking a vaccine as a precaution against contracting a disease1
  2. the scar left following inoculation with a vaccine1

Wiktionary: vaccination

vaccination
noun
  1. inoculation with a vaccine

Cross Translation:
FromToVia
vaccination vaccinering; vaccination Impfung — Schutzimpfung, Erzeugung von Immunität gegen Infektionskrankheiten, Immunisierung

vaccinate:


Vertaal Matrix voor vaccinate:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- immunise; immunize; inoculate
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
skyddsympa immunise; immunize; inoculate; vaccinate
vaccinera inoculate; vaccinate

Verwante woorden van "vaccinate":


Synoniemen voor "vaccinate":


Verwante definities voor "vaccinate":

  1. perform vaccinations or produce immunity in by inoculation1
    • We vaccinate against scarlet fever1
    • The nurse vaccinated the children in the school1

Wiktionary: vaccinate


Cross Translation:
FromToVia
vaccinate ympa; vaccinera impfenMedizin: mit einer Impfung gegen Krankheiten schützen
vaccinate vaccinera vaccinerinoculer la vaccine.

Verwante vertalingen van vaccination



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor vaccination (Zweeds) in het Engels

vaccination:

vaccination [-en] zelfstandig naamwoord

  1. vaccination (vaccinering)
    the vaccination; the inoculation
  2. vaccination (vaccin)
    the vaccine; the vaccination
  3. vaccination
    the vaccination

Vertaal Matrix voor vaccination:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inoculation vaccination; vaccinering
vaccination vaccin; vaccination; vaccinering
vaccine vaccin; vaccination vaccin
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
vaccination skyddsympning
vaccine ympämne

Wiktionary: vaccination

vaccination
noun
  1. inoculation with a vaccine

Cross Translation:
FromToVia
vaccination vaccination Impfung — Schutzimpfung, Erzeugung von Immunität gegen Infektionskrankheiten, Immunisierung

Verwante vertalingen van vaccination