Overzicht
Spaans naar Duits: Meer gegevens...
-
decente:
- passend; schicklich; angemessen; geziemend; sauber; aufgeräumt; reinlich; sauber und rein; gepflegt; ordentlich; hygienisch; rein; geordnet; höflich; anständig; gebildet; wohlerzogen; zivilisiert; wohlanständig; gefällig; angenehm; nett; gesellig; liebenswürdig; kameradschaftlich; sympathisch; freundschaftlich; freundlich; gutartig; erfreulich; umgänglich; korrekt; einwandfrei; fleckenlos; makellos; fehlerfrei; tadellos; sittsam; ehrenwert; artig; galant; tugendhaft; ehrbar; achtenswert; brav; züchtig; dezent; fair; ehrlich; recht; gerecht; aufrichtig; redlich; leidlich; erträglich; herb; unberührt; jungfraulich; ansehnlich; bedeutend; ziemlich; erheblich; beträchtlich; wichtig; respektabel
- decentarse:
-
Wiktionary:
- decente → sittsam
- decente → anständig, schicklich, gesittet, passend, vernünftig, korrekt, angebracht, ordentlich, gehörig, tauglich, tüchtig, bequem, gelegen, gemächlich, angemessen, füglich, geeignet, zeitgemäß, gebührend, geziemend, dezent, zusagend
Spaans
Uitgebreide vertaling voor decente (Spaans) in het Duits
decente:
-
decente (conveniente; correcto; justo; cortés; debido)
passend; schicklich; angemessen; geziemend-
passend bijvoeglijk naamwoord
-
schicklich bijvoeglijk naamwoord
-
angemessen bijvoeglijk naamwoord
-
geziemend bijvoeglijk naamwoord
-
-
decente (cuidado; esmerado; limpio; decentemente; bien ordenado; ordenado; ordenadamente)
sauber; aufgeräumt; reinlich; sauber und rein; gepflegt; ordentlich; hygienisch; rein; geordnet-
sauber bijvoeglijk naamwoord
-
aufgeräumt bijvoeglijk naamwoord
-
reinlich bijvoeglijk naamwoord
-
sauber und rein bijvoeglijk naamwoord
-
gepflegt bijvoeglijk naamwoord
-
ordentlich bijvoeglijk naamwoord
-
hygienisch bijvoeglijk naamwoord
-
rein bijvoeglijk naamwoord
-
geordnet bijvoeglijk naamwoord
-
-
decente (bien educado; civilizado; educado; correcto; culto)
höflich; anständig; gebildet; wohlerzogen; zivilisiert; wohlanständig-
höflich bijvoeglijk naamwoord
-
anständig bijvoeglijk naamwoord
-
gebildet bijvoeglijk naamwoord
-
wohlerzogen bijvoeglijk naamwoord
-
zivilisiert bijvoeglijk naamwoord
-
wohlanständig bijvoeglijk naamwoord
-
-
decente (amable; honesto)
gefällig; angenehm; nett; gesellig; liebenswürdig; kameradschaftlich; sympathisch; freundschaftlich; freundlich; gutartig; erfreulich; umgänglich-
gefällig bijvoeglijk naamwoord
-
angenehm bijvoeglijk naamwoord
-
nett bijvoeglijk naamwoord
-
gesellig bijvoeglijk naamwoord
-
liebenswürdig bijvoeglijk naamwoord
-
kameradschaftlich bijvoeglijk naamwoord
-
sympathisch bijvoeglijk naamwoord
-
freundschaftlich bijvoeglijk naamwoord
-
freundlich bijvoeglijk naamwoord
-
gutartig bijvoeglijk naamwoord
-
erfreulich bijvoeglijk naamwoord
-
umgänglich bijvoeglijk naamwoord
-
-
decente (intachable; impecable; sin mancha; correcto; impoluto; pulcro; irreprochable; impecablemente; pulcramente; sin tacha; bien arreglado)
korrekt; einwandfrei; ordentlich; fleckenlos; makellos; fehlerfrei; tadellos-
korrekt bijvoeglijk naamwoord
-
einwandfrei bijvoeglijk naamwoord
-
ordentlich bijvoeglijk naamwoord
-
fleckenlos bijvoeglijk naamwoord
-
makellos bijvoeglijk naamwoord
-
fehlerfrei bijvoeglijk naamwoord
-
tadellos bijvoeglijk naamwoord
-
-
decente (limpio; ordenado; correcto; honrado; presentable; regular; digno; educado; honesto; impecable; razonable; metódico; pulcro; respetable; regulado; en orden; sistemático; decentemente; impecablemente; bien educado; pulcramente; bien arreglado; bien ordenado)
ordentlich; anständig; angemessen-
ordentlich bijvoeglijk naamwoord
-
anständig bijvoeglijk naamwoord
-
angemessen bijvoeglijk naamwoord
-
-
decente (honesto; honrado; correcto; digno; correctamente; virtuoso; educado; respetable; bien educado)
höflich; sittsam; angemessen; ordentlich; anständig; ehrenwert; artig; wohlerzogen; galant; schicklich; tugendhaft; ehrbar; achtenswert; wohlanständig-
höflich bijvoeglijk naamwoord
-
sittsam bijvoeglijk naamwoord
-
angemessen bijvoeglijk naamwoord
-
ordentlich bijvoeglijk naamwoord
-
anständig bijvoeglijk naamwoord
-
ehrenwert bijvoeglijk naamwoord
-
artig bijvoeglijk naamwoord
-
wohlerzogen bijvoeglijk naamwoord
-
galant bijvoeglijk naamwoord
-
schicklich bijvoeglijk naamwoord
-
tugendhaft bijvoeglijk naamwoord
-
ehrbar bijvoeglijk naamwoord
-
achtenswert bijvoeglijk naamwoord
-
wohlanständig bijvoeglijk naamwoord
-
-
decente
brav; korrekt; gepflegt; angemessen; sauber; höflich; züchtig; tugendhaft; dezent; sittsam-
brav bijvoeglijk naamwoord
-
korrekt bijvoeglijk naamwoord
-
gepflegt bijvoeglijk naamwoord
-
angemessen bijvoeglijk naamwoord
-
sauber bijvoeglijk naamwoord
-
höflich bijvoeglijk naamwoord
-
züchtig bijvoeglijk naamwoord
-
tugendhaft bijvoeglijk naamwoord
-
dezent bijvoeglijk naamwoord
-
sittsam bijvoeglijk naamwoord
-
-
decente (honesto; sincero; correcto; justo; honrado; equitativo)
-
decente (soportable; correspodiente; adecuado; como corresponde)
-
decente (bien; cuidado; limpio; correcto; ordenado; arreglado; esmerado; pulcro; desprotegida; ordenadamente; decentemente; sin vigilancia; bien ordenado)
-
decente (honesto)
-
decente (virgen; inocente; casto; pulcro; cándido; puro; inmaculado)
-
decente (adecuado; presentable; conveniente; notable; significante; admirable; convenientemente)
ansehnlich; bedeutend; ziemlich; erheblich; beträchtlich; wichtig-
ansehnlich bijvoeglijk naamwoord
-
bedeutend bijvoeglijk naamwoord
-
ziemlich bijvoeglijk naamwoord
-
erheblich bijvoeglijk naamwoord
-
beträchtlich bijvoeglijk naamwoord
-
wichtig bijvoeglijk naamwoord
-
-
decente (honorable; digno; honrado; honesto; respetable; decentemente; presentable)
Vertaal Matrix voor decente:
Verwante woorden van "decente":
Synoniemen voor "decente":
Wiktionary: decente
decente
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• decente | → anständig | ↔ decent — fair; good enough; okay |
• decente | → anständig | ↔ decent — showing integrity, fairness, moral uprightness |
• decente | → anständig | ↔ decent — significant; substantial |
• decente | → schicklich; anständig; gesittet; passend; vernünftig; korrekt; angebracht | ↔ seemly — appropriate |
• decente | → ordentlich; gehörig | ↔ behoorlijk — net, fatsoenlijk |
• decente | → tauglich; tüchtig; bequem; gelegen; gemächlich; angemessen; füglich; geeignet; zeitgemäß; gehörig; gebührend; geziemend; anständig; schicklich; dezent; ordentlich; angebracht; passend; zusagend | ↔ convenable — Qui est approprier, qui convient à quelqu’un ou à quelque chose. |
• decente | → dezent | ↔ décent — Qui sied à la morale. |
decente vorm van decentarse:
-
decentarse
durchliegen; wundliegen-
durchliegen werkwoord (liege durch, liegst durch, liegt durch, lag durch, lagen durch, durchgelegen)
-
wundliegen werkwoord
-
Conjugations for decentarse:
presente
- me decento
- te decentas
- se decenta
- nos decentamos
- os decentáis
- se decentan
imperfecto
- me decentaba
- te decentabas
- se decentaba
- nos decentábamos
- os decentabais
- se decentaban
indefinido
- me decenté
- te decentaste
- se decentó
- nos decentamos
- os decentasteis
- se decentaron
fut. de ind.
- me decentaré
- te decentarás
- se decentará
- nos decentaremos
- os decentaréis
- se decentarán
condic.
- me decentaría
- te decentarías
- se decentaría
- nos decentaríamos
- os decentaríais
- se decentarían
pres. de subj.
- que me decente
- que te decentes
- que se decente
- que nos decentemos
- que os decentéis
- que se decenten
imp. de subj.
- que me decentara
- que te decentaras
- que se decentara
- que nos decentáramos
- que os decentarais
- que se decentaran
miscelánea
- ¡decentate!
- ¡decentaos!
- ¡no te decentes!
- ¡no os decentéis!
- decentado
- decentándose
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Vertaal Matrix voor decentarse:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
durchliegen | decentarse | |
wundliegen | decentarse |