Spaans
Uitgebreide vertaling voor burlería (Spaans) in het Duits
burlería: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- burlar: scherzen; herumtollen; spaßen
- ría: Gezeitenfluß
- burlarse: scherzen; herumtollen; spaßen; betrügen; verarschen; anfahren; prellen; verladen; verspotten; ausnehmen; bemogeln; bescheißen; verhöhnen; spotten; auslachen; eitern; hintergehen; vergraulen; beschwindeln; foppen; anschnauzen; übervorteilen; beschummeln; lächerlich machen; begaunern; anraunzen; sich eklig benehmen; weg ekeln