Home ->Woordenboeken ->Spaans/Duits ->Zoek: Alteza

Spaanse en Duitse zoekresultaten voor: Alteza

Overzicht

Spaans naar Duits: Meer gegevens...

alteza:
- Hoheit; Würdenträger; Stattlichkeit; Hoheitsträger; Durchlaut
Wiktionary:
- Alteza → Hoheit
- Alteza → Hoheit

Spaans

Uitgebreide vertaling voor Alteza (Spaans) in het Duits

alteza:

alteza [la ~] zelfstandig naamwoord

la alteza (eminencia; nobleza)
die Hoheit; der Würdenträger; die Stattlichkeit; der Hoheitsträger
- Hoheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Würdenträger [der ~] zelfstandig naamwoord
- Stattlichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Hoheitsträger [der ~] zelfstandig naamwoord
la alteza
der Durchlaut
- Durchlaut [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor alteza:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Durchlaut	alteza	Su Ilustrísimo
Hoheit	alteza; eminencia; nobleza	majestad; monarca; máxima autoridad; rey; soberano
Hoheitsträger	alteza; eminencia; nobleza	alto dignatario
Stattlichkeit	alteza; eminencia; nobleza	abundancia; acto heroico; audacia; celebración; ceremonia; cualquier cosa; distinción; dureza; elegancia; festejo; festividad; fiesta; formalidad; fuerza; garabato; grandeza; guateque; hazaña; importancia; impresionabilidad; lujo; magnificencia; majestad; marcha; multiplicidad; plétora; procesión; profusión; protocolo; riqueza; robustez; solemnidad; suntuosidad; séquito; valentía; valor; visita oficial
Würdenträger	alteza; eminencia; nobleza	alto dignatario

Verwante woorden van "alteza":

altezas

Synoniemen voor "alteza":

nobleza; grandeza; excelencia; celsitud; eminencia; elevación; sublimidad

Wiktionary: Alteza

Alteza

noun

Anrede für Adlige, in der Regel Herzöge
- Hoheit → Alteza

Cross Translation:

From	To	Via
• Alteza	→ Hoheit	↔ Highness — form of address