Overzicht
Spaans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. fisgona:
  2. fisgón:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor fisgona (Spaans) in het Duits

fisgona:

fisgona [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la fisgona (fisgón; curiosón)
    der Topfgucker

Vertaal Matrix voor fisgona:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Topfgucker curiosón; fisgona; fisgón

Verwante woorden van "fisgona":


Wiktionary: fisgona

fisgona
noun
  1. umgangssprachlich, abwertend: jemand, der nach etwas sucht (herumschnüffeln), das andere belasten oder in Schwierigkeiten bringen kann

fisgón:

fisgón [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el fisgón (curiosón; fisgona)
    der Topfgucker

Vertaal Matrix voor fisgón:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Topfgucker curiosón; fisgona; fisgón

Verwante woorden van "fisgón":


Synoniemen voor "fisgón":


Wiktionary: fisgón

fisgón
noun
  1. umgangssprachlich, abwertend: jemand, der nach etwas sucht (herumschnüffeln), das andere belasten oder in Schwierigkeiten bringen kann