Home ->Woordenboeken ->Spaans/Duits ->Zoek: mandíbula

Spaanse en Duitse zoekresultaten voor: mandíbula

Overzicht

Spaans naar Duits: Meer gegevens...

mandíbula:
- Kieferknochen
Wiktionary:
- mandíbula → Kiefer
- mandíbula → Kinnbacke, Oberkiefer, Unterkiefer, Kiefer, Kinnlade

Spaans

Uitgebreide vertaling voor mandíbula (Spaans) in het Duits

mandíbula:

mandíbula [la ~] zelfstandig naamwoord

la mandíbula (hueso maxilar; maxilar; quijada)
der Kieferknochen
- Kieferknochen [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor mandíbula:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Kieferknochen	hueso maxilar; mandíbula; maxilar; quijada	mandíbula inferior; quijada inferior

Verwante woorden van "mandíbula":

mandíbulas

Synoniemen voor "mandíbula":

barbada; quijada; maxilar
barbilla; barba; mentón; mosca; perilla; sotabarba; prominencia

Wiktionary: mandíbula

mandíbula

noun

Anatomie: zum kauen dienender knöcherner Teil des Gesichtschädels, Träger der Zahn
- Kiefer → maxilar; mandíbula

Cross Translation:

From	To	Via
• mandíbula	→ Kinnbacke; Oberkiefer; Unterkiefer; Kiefer	↔ jaw — bone of the jaw
• mandíbula	→ Kiefer; Kinnlade	↔ mâchoire — chacun des deux parties osseuses de la bouche dans lesquelles les dents enchâsser.

Verwante vertalingen van mandíbula