Overzicht
Spaans naar Duits: Meer gegevens...
- lícito:
- licitar:
-
Wiktionary:
- lícito → zulässig
- licitar → unter den Hammer bringen
Spaans
Uitgebreide vertaling voor lícito (Spaans) in het Duits
lícito:
-
lícito (aceptado; convenido; aprobado; admisible; permitido; permisible; tolerable)
angenommen; genehmigd; gestattet; erlaubt; gebilligd; aufgenommen-
angenommen bijvoeglijk naamwoord
-
genehmigd bijvoeglijk naamwoord
-
gestattet bijvoeglijk naamwoord
-
erlaubt bijvoeglijk naamwoord
-
gebilligd bijvoeglijk naamwoord
-
aufgenommen bijvoeglijk naamwoord
-
-
lícito (legítimo; justo; legal; justificado)
rechtmäßig; gesetzmäßig; gesetzlich-
rechtmäßig bijvoeglijk naamwoord
-
gesetzmäßig bijvoeglijk naamwoord
-
gesetzlich bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor lícito:
Verwante woorden van "lícito":
Synoniemen voor "lícito":
licitar:
-
licitar (ofrecer; ofertar; presentar; hacer postura)
ausschreiben-
ausschreiben werkwoord (schreibe aus, schreibst aus, schreibt aus, schrieb aus, schriebt aus, ausgeschrieben)
-
Conjugations for licitar:
presente
- licito
- licitas
- licita
- licitamos
- licitáis
- licitan
imperfecto
- licitaba
- licitabas
- licitaba
- licitábamos
- licitabais
- licitaban
indefinido
- licité
- licitaste
- licitó
- licitamos
- licitasteis
- licitaron
fut. de ind.
- licitaré
- licitarás
- licitará
- licitaremos
- licitaréis
- licitarán
condic.
- licitaría
- licitarías
- licitaría
- licitaríamos
- licitaríais
- licitarían
pres. de subj.
- que licite
- que licites
- que licite
- que licitemos
- que licitéis
- que liciten
imp. de subj.
- que licitara
- que licitaras
- que licitara
- que licitáramos
- que licitarais
- que licitaran
miscelánea
- ¡licita!
- ¡licitad!
- ¡no licites!
- ¡no licitéis!
- licitado
- licitando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Vertaal Matrix voor licitar:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ausschreiben | hacer postura; licitar; ofertar; ofrecer; presentar | avisar; borrar; citar; hacer mención; llamar; mencionar; nombrar; notificar |
Computer vertaling door derden: