Overzicht
Spaans naar Duits: Meer gegevens...
-
hacer el equipaje:
-
Wiktionary:
hacer el equipaje → packen
-
Wiktionary:
Spaans
Uitgebreide vertaling voor hacer el equipaje (Spaans) in het Duits
hacer el equipaje: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- hacer: schaffen; erreichen; leisten; erledigen; tun; treiben; betreiben; handeln; erfüllen; ausrichten; vollziehen; vornehmen; ausüben; schütten; verrichten; machen; herstellen; bilden; entstehen; gestalten; erzeugen; erfinden; entwickeln; entwerfen; anfertigen; formen; kreieren; produzieren; schöpfen; erschaffen; hervorbringen; skizzieren; konstruieren; verfertigen; fabrizieren; ins Leben rufen; zeugen; verfassen; vorbringen; fertigbringen; lösen; auflösen; lockern; aufmachen; abhängen; abtrennen; ausholen; andrehen; losziehen; loslösen; aushecken; ausmisten; auftrennen; losmachen; abkoppeln; ausfädeln; loshaken; loskoppeln; aufknoten; stellen; einstellen; setzen; schalten; legen; stecken; vergeben; verlegen; aufstellen; ablegen; abstellen; einräumen; fügen; brühen; betten; anbringen; einteilen; einordnen; einweisen; hinlegen; schlingen; hinstellen; unterbringen; installieren; laichen; einrücken; stationieren; formieren; gruppieren; unteraus legen
- el: es; der; die; das
- él: er
- equipaje: Gepäck
Wiktionary: hacer el equipaje
hacer el equipaje
verb
-
etwas zusammenlegen, zusammenfalten, wegräumen, in eine gepackte Form (Bündel, Packen, Paket) bringen, zubinden, zusammenkleben, in eine Verpackung tun