Home ->Woordenboeken ->Spaans/Duits ->Zoek: manzana

Spaanse en Duitse zoekresultaten voor: manzana

Overzicht

Spaans naar Duits: Meer gegevens...

manzana:
- Apfel; Appell; Berufung
Wiktionary:
- manzana → Apfelgriebs, Apfel
- manzana → Apfel, Block, Häuserblock, Baublock, Wohnblock

Spaans

Uitgebreide vertaling voor manzana (Spaans) in het Duits

manzana:

manzana [la ~] zelfstandig naamwoord

la manzana
der Apfel
- Apfel [der ~] zelfstandig naamwoord
la manzana
der Appell; die Berufung
- Appell [der ~] zelfstandig naamwoord
- Berufung [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor manzana:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Apfel	manzana
Appell	manzana	apelación
Berufung	manzana	apelación; misión

Synoniemen voor "manzana":

barrio; alfoz; distrito; arrabal; barriada; suburbio; ciudadela; ensanche; extrarradio; intramuros; judería; morería

Wiktionary: manzana

manzana

noun

landschaftlich: das abgegessene Kerngehäuse eines Apfels
- Apfelgriebs → manzana; corazón
rundliche Frucht des Apfelbaums mit Schale, Fruchtfleisch und Kerngehäuse
- Apfel → manzana

Cross Translation:

From	To	Via
• manzana	→ Apfel	↔ apple — fruit
• manzana	→ Block; Häuserblock	↔ block — group of buildings demarcated by streets
• manzana	→ Apfel	↔ pomme — Fruit
• manzana	→ Häuserblock; Baublock; Wohnblock; Block	↔ pâté de maisons — (urban) Petit groupe de maisons ou d’autres bâtiments, délimité par une ou plusieurs voiries, ou d’autres éléments urbanistiques.

Verwante vertalingen van manzana