Overzicht
Spaans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. naranja:
  2. naranjo:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor naranja (Spaans) in het Duits

naranja:

naranja [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la naranja
    die Apfelsine; die Orange
    • Apfelsine [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Orange [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor naranja:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Apfelsine naranja
Orange naranja

Verwante woorden van "naranja":


Wiktionary: naranja

naranja
adjective
  1. eine Farbe zwischen gelb und rot habend
noun
  1. süßliche, orangefarbene Zitrusfrucht

Cross Translation:
FromToVia
naranja Apfelsine; Orange orange — fruit
naranja Orange orange — colour
naranja orange orange — having the colour of the fruit of an orange tree
naranja Orange; Apfelsine orange — Fruit de l’oranger
naranja Orange; Farbe orangecouleur tertiaire dans les deux systèmes (soustractif et additif), composer à partir du rouge et du jaune.
naranja orange orange — Qui est d’une couleur entre le jaune et le rouge

naranjo:

naranjo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el naranjo
    der Apfelsinenbaum

Vertaal Matrix voor naranjo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Apfelsinenbaum naranjo

Verwante woorden van "naranjo":


Wiktionary: naranjo

naranjo
noun
  1. Botanik: ein Baum, der Orangen trägt

Cross Translation:
FromToVia
naranjo Apfelsinenbaum; Orangenbaum orange — tree
naranjo Orangenbaum oranger — botan|nocat=1 arbre à feuilles persistantes, à fleurs blanches et très odorantes, qui porter les oranges.

Verwante vertalingen van naranja