Overzicht
Spaans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. papa:
  2. Papa:
  3. papá:
  4. Wiktionary:
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Papa:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor papá (Spaans) in het Duits

papa:

papa [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la papa (patata)
    der Kartoffel; der Kleikartoffel

Vertaal Matrix voor papa:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kartoffel papa; patata patata
Kleikartoffel papa; patata

Synoniemen voor "papa":


Wiktionary: papa

papa
noun
  1. -
  2. Botanik: eine Nutzpflanze mit weiß-bläulichen Blüten und grünen Beeren
  3. in Österreich und Bayern (einschließlich Franken), Sachsen (einschließlich Erzgebirge, Vogtland und Oberlausitz): die Kartoffel

Cross Translation:
FromToVia
papa Kinderspiel; Spaziergang ↔ child's play — something particularly simple or easy
papa Pontifex pontiff — pope
papa Kartoffel; Erdapfel potato — plant tuber eaten as starchy vegetable
papa Papst paus — hoofd van de katholieke kerk
papa Papst pape — sens religieux
papa Erdapfel; Kartoffel pomme de terre — Légume

Papa:

Papa [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el Papa (Sumo Pontífice)
    der Papst
    • Papst [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Papa:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Papst Papa; Sumo Pontífice

Wiktionary: Papa


Cross Translation:
FromToVia
Papa Papst; Päpstin pope — head of Roman Catholic Church
Papa Papst pape — sens religieux

papá:

papá [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el papá
    der Papa
    • Papa [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. el papá (uno de los padres; padre; progenitor)
    der Vater
    • Vater [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. el papá (papi; papaíto)
    der Vati; der Papa; der Papi
    • Vati [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Papa [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Papi [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor papá:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Papa papaíto; papi; papá
Papi papaíto; papi; papá
Vater padre; papá; progenitor; uno de los padres
Vati papaíto; papi; papá

Wiktionary: papá

papá
noun
  1. Kosewort zu Vater (als Anrede nur für den eigenen Vater)

Cross Translation:
FromToVia
papá Vati; Papi; Papa dad — informal a father
papá Papi; Papa; Vati daddy — father
papá Vati pa — father
papá Vati papa — Père

Verwante vertalingen van papá



Duits

Uitgebreide vertaling voor papá (Duits) in het Spaans

Papa:

Papa [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Papa
    el papá
    • papá [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Papa (Vati; Papi)
    el papi; el papaíto; el papá
    • papi [el ~] zelfstandig naamwoord
    • papaíto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • papá [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Papa:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
papaíto Papa; Papi; Vati
papi Papa; Papi; Vati
papá Papa; Papi; Vati Vater

Synoniemen voor "Papa":


Wiktionary: Papa

Papa
noun
  1. Kosewort zu Vater (als Anrede nur für den eigenen Vater)

Cross Translation:
FromToVia
Papa papá dad — informal a father
Papa papaíto; papito; papá daddy — father