Overzicht
Spaans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. casero:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor casero (Spaans) in het Duits

casero:

casero bijvoeglijk naamwoord

  1. casero (sedentario; muy de casa)
    heimatverbunden; festverwurzelt

Vertaal Matrix voor casero:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
festverwurzelt casero; muy de casa; sedentario arraigado; enraizado
heimatverbunden casero; muy de casa; sedentario

Verwante woorden van "casero":

  • casera, caseras, caseros

Synoniemen voor "casero":


Wiktionary: casero

casero
adjective
  1. Auf das eigene Heim bezogen; mit dem eigenen Heim verbunden
  2. selbstgemacht, selbst hergestellt (z.B. Nahrungsmittel)
noun
  1. der Eigentümer oder Besitzer eines Hauses, der Wohnungen in diesem Haus vermietet

Cross Translation:
FromToVia
casero Vermieter; Hauswirt landlord — person who owns and rents land such as a house, apartment, or condo

Verwante vertalingen van casero