Home ->Woordenboeken ->Spaans/Duits ->Vertaal conjuro

Vertaal conjuro van Spaans naar Duits

Overzicht

Spaans naar Duits: Meer gegevens...

conjuro:
- Beschwörung; Geisterbeschwörung; Verbannung
conjurar:
- Machenschaft; Klompottieren; Intrige; Intrigieren
Wiktionary:
- conjuro → Zauberspruch
- conjuro → Zauberspruch, Zauberformel, Zauberwort
- conjurar → sich verschwören, bitten

Spaans

Uitgebreide vertaling voor conjuro (Spaans) in het Duits

conjuro:

conjuro [el ~] zelfstandig naamwoord

el conjuro (exorcismo)
die Beschwörung; die Geisterbeschwörung; die Verbannung
- Beschwörung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Geisterbeschwörung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verbannung [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor conjuro:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Beschwörung	conjuro; exorcismo
Geisterbeschwörung	conjuro; exorcismo	exorcismo; nigromancia
Verbannung	conjuro; exorcismo	aborto; deportación; desalojamiento; destierro; exilio; expulsión; lugar de destierro

Verwante woorden van "conjuro":

conjuros

Wiktionary: conjuro

conjuro

noun

ein Spruch oder Wort, die einen Zauber oder Fluch bewirken sollen
- Zauberspruch → conjuro

Cross Translation:

From	To	Via
• conjuro	→ Zauberspruch; Zauberformel; Zauberwort	↔ spell — magical incantation

conjuro vorm van conjurar:

conjurar [el ~] zelfstandig naamwoord

el conjurar (conspirar)
die Machenschaft; Klompottieren; die Intrige; Intrigieren
- Machenschaft [die ~] zelfstandig naamwoord
- Klompottieren [das ~] zelfstandig naamwoord
- Intrige [die ~] zelfstandig naamwoord
- Intrigieren [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor conjurar:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Intrige	conjurar; conspirar
Intrigieren	conjurar; conspirar
Klompottieren	conjurar; conspirar
Machenschaft	conjurar; conspirar

Synoniemen voor "conjurar":

juramentar; maquinar; tramar; conspirar; planear; confabular

Wiktionary: conjurar

Cross Translation:

From	To	Via
• conjurar	→ sich verschwören	↔ samenzweren — geheimelijk met anderen samenwerken ten nadele van een derde partij
• conjurar	→ bitten	↔ bidden — dringend iets vragen, smeken