Overzicht
Spaans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. efracción:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor efracción (Spaans) in het Duits

efracción:

efracción [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la efracción (escalo; robo; escalamiento; fractura)
    der Einbruch
    • Einbruch [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor efracción:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Einbruch efracción; escalamiento; escalo; fractura; robo aplanamiento; bache; baja; bajón; caída; colapso; crac; crisis; delito; derrumbamiento; derrumbe; desmoronamiento; desplome; driza; falta; fracaso; hundimiento; inclinación; infracción; recaída; recesión; ruina; trampa; violación; violación del tratado